Interculturele communicatie

Communicatie 2
Week 1 en 2: Intro medewerkers en studenten
Week 3: Roos van Leary en SMART-doelen maken
Week 4: Communicatiebeperkingen in GHZ, GGZ, VVT, ZH
Week 5: Interculturele communicatie
Week 6: Typen gesprek + structuur
Week 7: Communicatiemethoden, -middelen en –technieken + examen bekijken
Week 8: Assessments Communicatie (á 10min per student)
Week 9: Assessments Communicatie (á 10min per student)
HERFSTVAKANTIE
Week 10: BPV-week

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Communicatie 2
Week 1 en 2: Intro medewerkers en studenten
Week 3: Roos van Leary en SMART-doelen maken
Week 4: Communicatiebeperkingen in GHZ, GGZ, VVT, ZH
Week 5: Interculturele communicatie
Week 6: Typen gesprek + structuur
Week 7: Communicatiemethoden, -middelen en –technieken + examen bekijken
Week 8: Assessments Communicatie (á 10min per student)
Week 9: Assessments Communicatie (á 10min per student)
HERFSTVAKANTIE
Week 10: BPV-week

Slide 1 - Tekstslide

Wanneer speelde cultuur een rol in de communicatie gedurende het werk?

Slide 2 - Woordweb

Interculturele communicatie
Interculturele communicatie = de communicatie tussen mensen van een verschillende cultuur.

Wanneer je met iemand uit een andere cultuur communiceert, kunnen er misverstanden ontstaan door cultuurverschillen of door een andere kijk op de wereld. 

Slide 3 - Tekstslide

Wat is cultuur?

Slide 4 - Tekstslide

Cultuur wordt bepaald door
- Culturele afkomst
- Taal/lichaamstaal
-Leeftijd
- Rituelen
- Nationaliteit
- Sekse en Seksuele gaardheid
-Referentiekader/waarden en normen
- Religie
- Taalgebruik, etc

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Tekstslide

F&G-cultuur 
De F-cultuur: fijnmazig
Fijnmazig systeem van normen en waarden. De mate van structuur is groot en er bestaan veel vastgestelde regels voor wat wenselijk en onwenselijk gedrag is. In een fijnmazige cultuur hoeft men weinig persoonlijke afwegingen te maken; veel stappen die men neemt lijken niet meer dan logisch en bevinden zich in de lijn der verwachtingen.

De G-cultuur: grofmazig
In een grofmazige cultuur zijn normen en waarden, goed en kwaad, niet heel duidelijk omschreven. Veel dingen moet men zelf uitvinden en in veel gevallen dient men zich zelf een mening te vormen over wat wenselijk en onwenselijk is. Afwijken van de gebaande wegen wordt (in zekere mate) gewaardeerd.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Schrijfoefening STAP 1
Leer je eigen (cultuurgebonden) normen en waarden leren kennen. Welke culturele gewoonten herken je bij jezelf? Welke vooroordelen zijn je opgevallen bij jezelf in de communicatie met anderen?
  


timer
3:00

Slide 10 - Tekstslide

Schrijfoefening STAP 2
Leer de (cultuurgebonden) normen, waarden en gedragscodes van de ander leren kennen. Met welke culturen heb jij regelmatig te maken (collega/client/familie/vriend) en wat zijn gewoonten die zij belangrijk vinden?



timer
3:00

Slide 11 - Tekstslide

Schrijfoefening STAP 3
Hoe ga je om met de verschillen in normen en waarden? Waar liggen je grenzen wat betreft aanpassing aan en acceptatie van de ander?



Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Noem drie voorbeelden van culturele diversiteit in Nederland

Slide 14 - Open vraag

Geef minimaal 3 eigenschappen die je als verzorgende-IG nodig hebt bij interculturele communicatie

Slide 15 - Open vraag

Tips bij interculturele communicatie
  • Probeer je te verdiepen in opvattingen, normen & waarde en omgangsvormen in andere culturen
  • Respecteer andermans mening
  • Luister actief en onbevooroordeeld
  • Spreek duidelijk en niet te snel
  • Gebruik korte zinnen en makkelijke woorden
  • Wees niet te direct of zakelijk

Slide 16 - Tekstslide