Zinsdelen
1 / 27
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Hoe vind je de persoonsvorm?
Slide 2 - Open vraag
Voorkennis activeren. Kort de antwoorden en belangrijkste punten bespreken.
Hoe vind je het onderwerp?
Slide 3 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is het gezegde?
Slide 4 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Verdeel in zinsdelen:
De baby slaapt zacht.
De baby slaapt zacht.
Slide 5 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de persoonsvorm:
De baby slaapt zacht.
De baby slaapt zacht.
Slide 6 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is het gezegde:
De baby slaapt zacht.
De baby slaapt zacht.
Slide 7 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is het onderwerp:
De baby slaapt zacht.
De baby slaapt zacht.
Slide 8 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Verdeel in zinsdelen:
In de middag probeerde hij te leren.
In de middag probeerde hij te leren.
Slide 9 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de persoonsvorm:
In de middag probeerde hij te leren.
In de middag probeerde hij te leren.
Slide 10 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is het gezegde:
In de middag probeerde hij te leren.
In de middag probeerde hij te leren.
Slide 11 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is het onderwerp:
In de middag probeerde hij te leren.
In de middag probeerde hij te leren.
Slide 12 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Verdeel de zin in zinsdelen:
Op het terras valt de plant opeens om
Op het terras valt de plant opeens om
Slide 13 - Open vraag
Moeilijk, want een splitsbaar werkwoord en een dubbelzinnige zin.
Wat is de persoonsvorm:
Op het terras valt de plant opeens om
Op het terras valt de plant opeens om
Slide 14 - Open vraag
Moeilijk, want een splitsbaar werkwoord en een dubbelzinnige zin.
Wat is het gezegde:
Op het terras valt de plant opeens om
Op het terras valt de plant opeens om
Slide 15 - Open vraag
Moeilijk, want een splitsbaar werkwoord en een dubbelzinnige zin.
Wat is het onderwerp:
Op het terras valt de plant opeens om.
Op het terras valt de plant opeens om.
Slide 16 - Open vraag
Moeilijk, want een splitsbaar werkwoord en een dubbelzinnige zin.
Slide 17 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de regelmaat?
Slide 18 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de regelmaat?
Slide 19 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de regelmaat?
Slide 20 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de regelmaat in de tabel?
Slide 21 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Woordjes
brains
true
twice
to vanish
dish
to pick
snail
office space
headache
customer
apparently
kantoorruimte
gerecht
hoofdpijn
verdwijnen
hersenen
twee keer
slak
waar
kiezen
klant
ben blijkbaar
Slide 22 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 23 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Koppel de Nederlandse vertaling aan de Engelse vertaling
Enkelvoud
Meervoud
I am
We are
He, she, it
You are
You are
They are
Ik ben
Wij zijn
Hij/zij / het is
Jij bent
Jullie zijn
Zij zijn
Slide 24 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
1 man
1 thief
1 kiss
1 tooth
1 goose
1 woman
1 hero
1 alligator
2 kisses
21 thieves
5 men
14 teeth
15 geese
3 women
7 heroes
9 alligators
Slide 25 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
https://www.englisch-hilfen.de/en/exercises/various/time.htm
Quarter to 4
10 past 2
Half past 6
5 to 1
20 past 4
Quarter past 12
10 o'clock
10 uur
Kwart over 12
10 voor half 5
5 voor 1
Half 7
10 over 2
Kwart voor 4
Slide 26 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
I
You
He
She
It
We
You
They
Het werkwoord 'to be' in de verleden tijd...
Was
was
was
was
were
were
were
were
Slide 27 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
