Leesvaardigheid H. 13 en H.14

De indeling van een tekst en alinea (H.13 en 14)
EXAMENSTOF!
* Pak je schrift en je pen
* Maak aantekeningen. 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

De indeling van een tekst en alinea (H.13 en 14)
EXAMENSTOF!
* Pak je schrift en je pen
* Maak aantekeningen. 

Slide 1 - Tekstslide

DOEL
- je weet dat een goede tekst bestaat uit een inleiding, middenstuk en slot (herhaling)

- je kunt de functie van de inleiding en het slot van een tekst benoemen
- Je weet hoe een alinea in een tekst is opgebouwd.

Slide 2 - Tekstslide

Weet je nog?
Wat is globaal lezen?
A
Bekijk de tekst en lees de eerste alinea
B
Lees de eerste en laatste zin van de alinea's
C
Bekijk de tekst en zoek de info die je nodig hebt
D
Lees de tekst helemaal en nauwkeurig

Slide 3 - Quizvraag

Weet je nog?
Wat is precies lezen?
A
Bekijk de tekst en lees de eerste alinea
B
Lees de eerste en laatste zin van de alinea's
C
Bekijk de tekst en zoek de info die je nodig hebt
D
Lees de tekst helemaal en nauwkeurig

Slide 4 - Quizvraag

Hoe is een tekst opgebouwd?
A
Inleiding en middenstuk
B
Inleiding, middenstuk en slot
C
Middenstuk en slot
D
Inleiding en slot

Slide 5 - Quizvraag

Wat vind je in het middenstuk van de tekst?
A
de inleiding
B
de mening van de schrijver
C
de conclusie
D
de deelonderwerpen

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een deelonderwerp?
A
een onderwerp van een hoofdstuk
B
een aspect van het onderwerp
C
een aspect van het slot
D
een onderwerp van de eerste alinea

Slide 7 - Quizvraag

Wat zou een deelonderwerp kunnen zijn in een tekst over politiek?
A
Gezelschapsspellen
B
Verkiezingen
C
Vakantiereizen
D
De woestijn

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een kernzin?
A
De eerste zin van de inleiding
B
De laatste zin van het slot
C
De belangrijkste zin van een tekst
D
De belangrijkste zin van een alinea

Slide 9 - Quizvraag

INLEIDING

- vertelt op een interessante en boeiende manier wat het onderwerp van een tekst is

Slide 10 - Tekstslide

INLEIDING
Naast het onderwerp wordt bijvoorbeeld:
- de aanleiding voor het schrijven van de tekst genoemd
- een voorbeeld bij het onderwerp gegeven
- een leuk, kort verhaaltje (anekdote) verteld
- een belangrijke vraag gesteld
- een mening (over het onderwerp) gegeven
- de hoofdgedachte van een tekst genoemd
-een deskundige over het onderwerp geïntroduceerd
- een korte samenvatting van de tekst gegeven

Slide 11 - Tekstslide

MIDDENSTUK (KERN)

- bestaat vaak uit meerdere alinea's
- vertelt in elke alinea iets nieuws over het onderwerp (deelonderwerpen)
- elke alinea kan een tussenkopje hebben (hoeft niet)!

Slide 12 - Tekstslide

SLOT

- dit is de afronding van de tekst

Slide 13 - Tekstslide

SLOT
In de afrondig wordt bijvoorbeeld:
- de hoofdgedachte van de tekst genoemd

- een advies gegeven

- een conclusie getrokken

- een korte samenvatting van de tekst gegeven

- een toekomstverwachting genoemd

- een vraag uit de inleiding beantwoord

Slide 14 - Tekstslide

Alineaopbouw
Alinea = een stuk tekst die gaat over hetzelfde deelonderwerp
Een alinea bestaat uit een kernzin met toelichting en/of voorbeelden

Zo kun je een alinea herkennen:
  1. Stukje wit achter een zin; de regel is niet volgeschreven
  2. Witregel
  3. Inspringen
  4. Tussenkopje (eventueel)

Op het examen moet je zorgen dat er een duidelijke alinea indeling is!! 



Slide 15 - Tekstslide

Les 52 nakijken
1 C
2 B
3 C
4 C
5 A en B
6

Slide 16 - Tekstslide

GELEERD?
- je weet dat een goede tekst bestaat uit een inleiding, middenstuk en slot (herhaling)

- je kunt de functie van de inleiding en het slot van een tekst benoemen
- je weet hoe een alinea is opgebouwd

Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk:
Maak H. 15 in je boek.

 


Slide 18 - Tekstslide