Thema B les 3 Nieuwsbericht schrijven

welkom
spullen klaar leggen, laptop, schrift, pen, leesboek
laptop = dicht
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

welkom
spullen klaar leggen, laptop, schrift, pen, leesboek
laptop = dicht

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Stillezen 10 minuten

Herhalen wat we geleerd hebben,  de 5W + 1 H vragen.

zelf aan het werk met de opdrachtewn


Slide 2 - Tekstslide

Stillezen
timer
10:00
Pak je leesboek
Lekker lezen!

Slide 3 - Tekstslide

Het thema is nieuws
Op basis van het verhaal van....... ga je een heel nieuwsbericht schrijven. Maar eerst natuurlijk een stukje theorie.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een nieuwsbericht?
A
een tekst over een gebeurtenis
B
een tekst met iemands mening
C
een tekst met een instructie
D
een tekst met reclame

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het doel van een nieuwsbericht?
A
overhalen om iets te doen of kopen
B
informeren over een gebeurtenis
C
amuseren
D
overhalen om je mening te veranderen

Slide 6 - Quizvraag

De 5 w+h-vragen
  • wie, wat, waar, wanneer, waarom (5 w)
  • hoe (h)


Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

De WHvragen
Vaak lukt het niet alle vragen in de inleiding te beantwoorden,
maar probeer dat in ieder geval wel voor de vragen wie, wat, waar en liefst ook wanneer.

Slide 9 - Tekstslide

Wat is de doelgroep waar je een nieuwsbericht voor schrijft?
A
Kleine kinderen
B
Jongeren
C
Volwassenene
D
B en C zijn allebei goed

Slide 10 - Quizvraag

Waarom is het belangrijk je doelgroep te weten?
A
Dan pas je je schrijfstijl aan
B
Dan weet je of je formeel moet schrijven
C
Dat is helemaal niet belangrijk
D
A en B zijn goed

Slide 11 - Quizvraag

Voorbeeld
Stel, ik ben niet op school omdat ik aangereden ben op mijn fiets. ( is niet waar hoor!).
Er komt daarover een nieuwsbericht in de krant.

Slide 12 - Tekstslide

Indeling nieuwsbericht
  • titel (kop);
  • naam schrijver of ‘van onze verslaggever’;
  • vetgedrukte plaatsnaam;
  • vetgedrukte eerste alinea met hoofdzaken;
  • middenstuk, verdeeld in alinea’s;
  • slot .

Slide 13 - Tekstslide

Een nieuwsbericht is opgebouwd volgens de zogenaamde piramidestructuur. Dit betekent dat bovenin de piramide de belangrijkste informatie staat. Hoe verder je naar beneden gaat in de piramide, hoe minder belangrijk de informatie wordt. 
Let op: een nieuwsbericht bevat geen conclusie of samenvatting in de laatste alinea!

Slide 14 - Tekstslide

Titel
Belangrijk, moet aandacht trekken
Moet wel over de inhoud gaan
Gebruik maken van alliteratie = beginrijm: de eerste letters van een woord zijn hetzelfde: Heerlijk Helder Heineken
BeterBed, Met Melk Meer Mans
Wees creatief, verzin iets leuks 
Geen lidwoorden, zo min mogelijk werkwoorden ( kort en krachtig)

Slide 15 - Tekstslide

Voorbereiden op het schrijven
  1. Kies een onderwerp 
  2. Wat weet je er al van? (maak een woordweb en schrijfplan)
  3. Beantwoord de 5 w en H vragen (zoek meer informatie, ga niet af op 1 bron).

Slide 16 - Tekstslide

Even kijken of jullie opgelet hebben: wat zijn de 5w+h vraag?
A
wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe?
B
wie, wat, welke, waar, waarom en hoezo
C
wie, wat, welke, waarom, wanneer en hoe?
D
wie wint welke wedstrijd en hoe?

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een kernzin?
A
Gewoon een zin
B
De regel waar niet staat tussen twee alinea's
C
De laatste zin van het stukje
D
De zin met de belangrijkste informatie

Slide 18 - Quizvraag

We gaan nu antwoord geven op de 5W en 1H vragen:

Wie? Meneer Vaneker( Man, 49 )

Wat? Aangereden op zijn fiets en naar ziekenhuis gebracht met onbekende verwondingen

Waar? Rotonde Oldenzaal

Wanneer?   donderdagmorgen 2 februari

Waarom? Waarschijnlijk was de automobilist verblind door de laagstaande zon

Hoe? Fietsend



Slide 19 - Tekstslide

De antwoorden verwerken we zoveel mogelijk in de eerste alinea.


Man (49) aangereden op rotonde

Een man is donderdag 2 februari aangereden door een auto op de rotonde in Oldenzaal. Hij is met onbekende verwondingen naar het ziekenhuis gebracht.

Slide 20 - Tekstslide

Welke vragen moet je minimaal beantwoorden in de inleiding?

Slide 21 - Open vraag

Ga nu zelf aan de slag:
Je maakt online alle opdrachten van paragraaf 3.

SomToday, leermiddelen, Nieuw Nederlands, Thema B, Par. 3
klaar?    
maak "de Brug" 
    of ga lekker lezen

Slide 22 - Tekstslide

Aan de slag!

Slide 23 - Tekstslide

Uitleg nieuwe lesstof
Signaalwoorden - woorden waarmee je structuur in je tekst kan aanbrengen. (structuurwoorden)

Middenstuk:
opsomming: ook, bovendien, daarnaast
tijd: eerst, daarna, voordat

Middenstuk --> naar slot:
samenvattend: samengevat, met andere woorden, al met al
concluderend: dus, concluderend

Slide 24 - Tekstslide

Signaalwoorden

Slide 25 - Tekstslide

  • Zorg ervoor dat je alinea's maakt en let op je spelling en zinsbouw.
  • Je schrijft deze opdracht in de les van morgen en vrijdag
  • JE VOORBEREIDENDE WERK IS HUISWERK

Slide 26 - Tekstslide

Eindopdracht De Kooi
Je gaat een nieuwsbericht schrijven over De Kooi.
Via Magister heb je de opdracht gekregen en er zit ook nog een extra toelichting met voorbeeld bij.
Je schrijft het nieuwsbericht over een van de twee scenario's die in de opdracht staan!
Op de volgende dia volgt een stappenplan

Slide 27 - Tekstslide

Stappenplan
Je gaat naar Plot26 en opent les 7
Je gaat naar de Toolbox en leest de informatie over Nieuwsbericht schrijven. Klik ook op meer informatie, die heb je nodig!
Lees daarna rustig de opdracht door en de toelichting en schrijftips. Allemaal toegestuurd via Magister berichten.

Slide 28 - Tekstslide

Wat nu doen/ huiswerk morgen
Bedenk waarover je gaat schrijven, verzin zelf wat er aan de hand is.
Verzin een pakkende titel
Schrijf de WHvragen op en beantwoord ze
Schrijf de inleiding
Lever dat morgen vóór de les in via Magister opdrachten, dan kan ik je feedback geven.

Slide 29 - Tekstslide