In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Klas 2 Economie
19 januari
Welkom
Slide 1 - Tekstslide
Huiswerk en boekcontrole
Pak je huiswerk en je boek erbij
Slide 2 - Tekstslide
Ontdek-opdracht (8 minuten)
Zoek op internet de oudste en nieuwste versie van:
- telefoon
- computer
- televisie
Zet de gevonden plaatjes op: https://padlet.com/meldering/oudnieuw
Slide 3 - Tekstslide
Leerdoelen
Je weet wat technologische ontwikkelingen zijn.
Je kunt uitleggen wat mechanisatie en automatisering is
Slide 4 - Tekstslide
Leerdoel 1:
Je weet wat technologische ontwikkelingen zijn.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Leerdoel 2:
Je kunt uitleggen wat mechanisatie en automatisering is.
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Mechanisatie= machines maken het werk van mensen lichter.
Slide 9 - Tekstslide
Automatisering= als computer de productie aansturen.
Slide 10 - Tekstslide
Wat is voor een bedrijf een gevolg van mechanisatie en automatisering? Kies 2 antwoorden.
A
Er zijn minder werknemers nodig om te produceren.
B
Met evenveel werknemers kun je meer produceren.
C
Met evenveel werknemers kun je minder produceren.
D
Er zijn meer werknemers nodig om evenveel te produceren.
Slide 11 - Quizvraag
Maakwerk
Maak H4 paragraaf 4.3
opgaven 34t/m 40 (blz. 106, 107)
Dit is huiswerk
Klaar? Maak rekenopdrachten 12, 13 en 14 (blz 125)
Ook hiermee klaar?
Je mag wat voor jezelf gaan doen
Slide 12 - Tekstslide
Klas 2 Economie
24januari
Welkom
Slide 13 - Tekstslide
Leerdoelen
Je weet wat technologische ontwikkelingen zijn.
Je kunt uitleggen wat mechanisatie en automatisering is.
Je weet wat arbeidsproductiviteit is en hoe deze kan toenemen.
Je kunt de afschrijving van een kapitaalgoed berekenen.
Slide 14 - Tekstslide
mechanisatie
Slide 15 - Woordweb
automatisering
Slide 16 - Woordweb
Leerdoel 3:
Je weet wat arbeidsproductiviteit is en hoe deze kan toenemen.
Slide 17 - Tekstslide
Vroeger
Productie met de hand.
Kostte vaak veel tijd.
Nu
Door:
Mechanisatie en
Automatisering kan meer meer producten maken in dezelfde tijd.
De arbeidsproductiviteit is gestegen.
Slide 18 - Tekstslide
Arbeidsproductiviteit
= de hoeveelheid producten die een werknemer kan maken in een bepaalde tijd.
Slide 19 - Tekstslide
Een ander hoveniersbedrijf heeft afgelopen jaar 324 klussen uitgevoerd. Het bedrijf heeft drie hoveniers in dienst, die elk vier dagen per week werken. Het bedrijf is 45 weken per jaar geopend. Bereken de arbeidsproductiviteit per medewerker per dag. Rond je antwoord af op één decimaal.
Slide 20 - Open vraag
Leerdoel 4:
Je kunt de afschrijving van een kapitaalgoed berekenen.
Slide 21 - Tekstslide
Stel ik laat ze een jaar op de oprit staan en rij er niet mee. Kan ik ze voor evenveel geld verkopen als ik ze heb gekocht?
Slide 22 - Tekstslide
Afschrijving =
De jaarlijkse waardevermindering van een kapitaalgoed (=een machine of gebouw)
Slide 23 - Tekstslide
Merel koopt een nieuwe machine voor haar bedrijf. De aanschafprijs is € 64.800. De machine moet zes jaar meegaan.
Bereken de jaarlijkse afschrijving van deze machine.
Slide 24 - Open vraag
Leerdoelen
Je weet wat technologische ontwikkelingen zijn.
Je kunt uitleggen wat mechanisatie en automatisering is.
Je weet wat arbeidsproductiviteit is en hoe deze kan toenemen.
Je kunt de afschrijving van een kapitaalgoed berekenen.