Schrijven - Schrijf een alinea

Schrijfdossier
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Schrijfdossier

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
- Huiswerk nakijken
- Terugblik
- Lesdoel
- Uitleg
- Zelfstandig werken 
- Evaluatie

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk nakijken
Opdracht  7 Blz. 138

Slide 3 - Tekstslide

Zet de juiste leestekens:
in noord-spanje is een museum waar je alle schilderijen van picasso kan zien

Slide 4 - Open vraag

Bijna dagelijks (skaten) Christel met haar nieuwe skateboard door het park.

Slide 5 - Open vraag

Wat is het schrijfdoel van een betoog?
A
informeren
B
overtuigen
C
amuseren

Slide 6 - Quizvraag

Wat zijn signaalwoorden?

Slide 7 - Open vraag

Wat zijn opsommende signaalwoorden?

Slide 8 - Open vraag

Lubach
We gaan kijken naar een stuk van Arjen Lubach in "de avondshow" over mobiele telefoons in de school.

Welke signaalwoorden gebruikt hij? 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Lesdoel
Aan het einde van deze les weet je hoe je alinea uit het middenstuk van een betoog moet schrijven.


Waarom?

Slide 11 - Tekstslide

Vaste structuur
pak je boekje erbij
- bepaal het onderwerp, schrijfdoel en de hoofdgedachte.
- Kies een structuur die bij de tekst past
   structuur betoog?
- maak een bouwplan
- bedenk een kernzin voor jouw alinea
- Gebruik tijdens het schrijven, signaalwoorden
   daardoor, want, ten eerste... ten tweede..., een bezwaar kan zijn

Slide 12 - Tekstslide

Argument voor

Ten eerste, ten tweede + kernzin.

Uitleg

Eventueel afrondende zin
Ten eerste is een "thuis of in de kluis" beleid nodig, omdat de telefoon teveel afleiding geeft in, als hij in de telefoontas zit. Uit onderzoek van de Universiteit Utrecht blijkt dat een mobiel in de telefoontas evenveel afleiding geeft, als dat hij in de broekzak zit.

Slide 13 - Tekstslide

Argument tegen

Je/men zou kunnen zeggen dat + tegenargument.

Uitleg

Maar dat klopt niet/maar dat gaat niet op, want weerlegging

Uitleg

Je zou kunnen zeggen dat een mobiel ook nuttige toepassingen heeft. Zo kun je het rooster erop zien en ouders kunnen hun kind op die manier makkelijk bereiken. Maar dat gaat niet op, want alle nuttige toepassingen kunnen makkelijk ook mobielloos toegepast worden.  Zo kunnen ouders de school zelf bellen in geval van nood en het rooster kunnen leerlingen ook op hun laptop zien.

Slide 14 - Tekstslide

Wat weten we al over
files?

Slide 15 - Woordweb

Slide 16 - Tekstslide

Wat ga je doen?
Maak schrijfopdracht 4 (blz 13), individueel, op papier (in je schrift)
Klaar en de les is nog niet voorbij?
Controleer je tekst op spellingsfouten.
Helemaal af?
Lever je tekst bij mij in, dan kijk ik ze door.

Slide 17 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het einde van deze les weet je hoe je alinea uit het middenstuk van een betoog moet schrijven.

Welke structuur hebben we voor een betoog?

Slide 18 - Tekstslide