week 19 - zelfstandig

¡Buenos días chicos!
Je gaat zelfstandig aan de slag met de volgende opdrachten:
Lees steeds goed wat je moet doen.
Mucha suerte!
miércoles, 10 de mayo
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

¡Buenos días chicos!
Je gaat zelfstandig aan de slag met de volgende opdrachten:
Lees steeds goed wat je moet doen.
Mucha suerte!
miércoles, 10 de mayo

Slide 1 - Tekstslide

Leesvaardigheid
Lees de teksten op de volgende dia's en beantwoord de vragen in je schrift.
We bespreken de teksten volgende week in de les. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Rafrescar la memoria
Bestudeer nog een keer de vervoeging van de pretérito imperfecto (module pág. 25 en 26)
Vul daarna in de volgende dia's de juiste vorm in van de pretérito imperfecto

Slide 5 - Tekstslide

vivir, Juan y yo

Slide 6 - Open vraag

salir, Carmen y Lola

Slide 7 - Open vraag

trabajar, Pablo y tú

Slide 8 - Open vraag

ser, yo

Slide 9 - Open vraag

ir, nosotros

Slide 10 - Open vraag

beber, mis amigos

Slide 11 - Open vraag

ver, Carmen y tú

Slide 12 - Open vraag

hablar, él

Slide 13 - Open vraag

comer, tú

Slide 14 - Open vraag

Kijk zelf de huiswerkopdrachten na.
Módulo pág. 28 ej. A
LE: 6.14, 6.15, 6.16, 6.17, 6.18
Leerdoel: pretérito imperfecto

Slide 15 - Tekstslide

Uitwerking 
B.
  1. era, tenía, se llamaba, jugábamos, era, podía
  2. veía, fregaba, pasaba
  3. era, parecía, tenía, había
  4. vivíais
  5. tenían, encantaba, iban, había
  6. hacíamos, cantábamos, bailábamos, sufría, me ponía, lloraba
  7. era, salía, tenía, trabajaba, se quedaba
  8. enviaba
  9. decía, quería
  10. erais
  11. éramos
Módulo pág. 29

Slide 16 - Tekstslide

Uitwerking 6.14
vivir
ser
ir
hacer
hablar
yo
vivía
era
iba
hacía
hablaba
vivías
eras
ibas
hacías
hablabas
él/ella/ud
vivía
era
iba
hacía
hablaba
nosotros/as
vivíamos
éramos
íbamos
hacíamos
hablábamos
vosotros/as
vivíais
erais
ibais
hacíais
hablabais
ellos/as/uds
vivían
eran
iban
hacían
hablaban

Slide 17 - Tekstslide

uitwerking
6.15
escribías
caminaba
comía
estaban
jugábamos
estudiaba
preparabais
veía
trabajábamos
cogían
empezabas
teníamos
sabía
querían
6.16
se levantaba, estaba, tenía, esperaba, había, iba, llevaban, era, hacía, llovía, eran, jugaban

Slide 18 - Tekstslide

Módulo tarea 3.5
  • Maak opdracht A.
  • Vul daarna de ontbrekende woorden in je woordenlijst in (3.5)
  • Maak vervolgens opdracht D van pagina 32
Módulo pág. 28
Leerdoel: pretérito imperfecto

Slide 19 - Tekstslide

Módulo Tarea 4
Repaso pretérito indefinido.
Maak zelf tarea 4.1 in je schrift.
Leerdoel: pretérito indefinido
Módulo pág. 34, 35, 36

Slide 20 - Tekstslide

Klaar?
Je kunt aan de slag met de werkwoorden. In het programma op de volgende pagina kun je links een aantal werkwoorden aanvinken. 
Rechts kies je voor pretérito imperfecto of pretérito indefinido. (of je doet ze door elkaar......#uitdaging!

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Link