In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Zakelijke brief
Veelvoorkomende fouten in een zakelijke brief.
T4En3
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoel
Ik herken de veel voorkomende fouten in een Engelse zakelijke brief.
Slide 2 - Tekstslide
Check je conventies!
Check of de adressen, datum, aanhef en afsluiting op de juiste plek staan.
Volgorde conventies 1
Eigen adres (zonder naam)
Adres ontvanger
Datum
Aanhef
Inhoud
Afsluiting
Beoordeling conventies
Eén of meerdere fouten in conventies: 0 punten. Je kunt maximaal 1 punt behalen met het juist vermelden van de conventies.
Dit is al 1 punt 'in the pocket' indien je het correct vermeldt.
Slide 3 - Tekstslide
Afkortingen
Het is niet toegestaan om afkortingen te gebruiken in een zakelijke brief. Schrijf alle woorden volledig op.
Afkortingen
I'm > I am You're > You are We're done with > We are done with
Slide 4 - Tekstslide
Chat-taal
Gebruik geen chat-taal / straattaal in een zakelijke brief.
I am gonna > I am going to U > You Wassup > How are you doing?
Slide 5 - Tekstslide
Grammaticale fouten brief 2010
Inhoudselement 2
- Schrijf hoe je aan de folder komt die je gelezen hebt.
Fout antwoord
My teacher Englishgives me a brochure about your company.
Goed antwoord
My English teacher gave me a brochure about your company.
Inhoudselement 3
- Vertel met wie je naar Londen gaat, hoeveel personen dat zijn en waarom jullie gaan.
In de eerste week van juni gaan jullie met een groep van dertig leerlingen en vier docenten een paar dagen naar Londen. Eventueel kun je element 4 (wanneer jullie gaan) hieraan koppelen.
Fout antwoord
We are going to London with thirty students and four teachers. Ik mis: wanneer jullie gaan en waarom.
Goed antwoord
In the first week of June, we are going to Londen with thirty pupils and four teachers to celebrate the end of our exam period.
Slide 6 - Tekstslide
Grammaticale fouten brief 2010
Houd je taalgebruik netjes en formeel!
Inhoudselement 5
Vraag naar de mogelijkheid om een rondleiding te boeken.
Mogelijk antwoord
I want to book a tour through your television studios.
Mogelijk antwoord
I would like to book a tour through your television studios.
Slide 7 - Tekstslide
Wat is netter?
A
I want
B
I would like
Slide 8 - Quizvraag
Vertaal: Kunnen wij een groepskorting krijgen?
Slide 9 - Open vraag
Extra uitleg
Vertaal: Kunnen wij een groepskorting krijgen?
Is it possible to receive a group discount? Could we receive a discount for our large group?
Blijf altijd beleefd!
Slide 10 - Tekstslide
Wat is incorrect? Een mogelijke slotzin.
A
I want to receive a quick response.
B
I would like to receive a quick response.
C
I wish a fast reaction.
D
At least, I hope I will get a quick response.
Slide 11 - Quizvraag
Extra uitleg
Blijf beleefd in de slotzin.
I hope to hear from you soon.
I would like to hear from you soon. I look forward to hearing from you soon.
Geen want of wish > je hebt niks te willen of wensen!
Slide 12 - Tekstslide
Verbindingswoorden
Veel mensen hebben de neiging om elke zin op dezelfde manier te beginnen.
Vb: I, I, I ... And then, and then...
Probeer elke zin op een andere manier te beginnen en vermijd "I" zoveel mogelijk.
Slide 13 - Tekstslide
Verbindingswoorden
Voor heel veel voorbeelden van verbindingswoorden verwijs ik je naar:
Slide 14 - Tekstslide
Hulpzinnen
In dit document staan veel hulpzinnen die je kunt gebruiken in je zakelijke brief. Doe er je voordeel mee!
Slide 15 - Tekstslide
Valkuilen
Op de studiewijzer staat ook een document met tips & trucs voor de zakelijke brief.
Denk hierbij aan valkuilen zoals:
valkuil 1
A / An A > woorden die in de uitspraak met een medeklinker begint. An> woorden die in de uitspraak met een klinker beginnen.
Valkuil 2
To / Too to > voorzetsel 'naar' of voor een werkwoord too > vertaling 'te' of 'ook'
Valkuil 3
Their / There / They're Their = hun. bezit aangeven. There = daar. They're = zij zijn
Valkuil 4
Man/Men Woman / Women Man / Woman = man/vrouw enkelvoud Men / Women = mannen en vrouwen (meervoud).
Slide 16 - Tekstslide
Beoordeling
Slide 17 - Tekstslide
Woordvolgorde
En denk aan de Engelse woordvolgorde: Wie? - Doet? - Wat/Wie? - Waar? - Wanneer?
Ibought fresh orange juiceat the marketyesterday.
Plaats komt voor tijd > patat toetje ezelsbruggetje.
Slide 18 - Tekstslide
Huiswerk voor vandaag
Schrijf een zakelijke brief en gebruik 'schrijfopdracht 2012' van de studiewijzer als opdracht.
Inleveren via magister opdrachten. Deadline: vanavond 21:00 uur.
Slide 19 - Tekstslide
Leerdoel behaald? Ik kan de veelvoorkomende fouten herkennen.