zintuigen basisstof 1

 zintuigen
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare school

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

 zintuigen

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je nog?????

Slide 2 - Tekstslide

Waaruit bestaat het centrale zenuwstelsel?

A
hersenen
B
hersenen en zenuwen
C
hersenen, zenuwen en ruggenmerg
D
hersenen en ruggenmerg

Slide 3 - Quizvraag

Een zintuig:
Het is een orgaan dat reageert op prikkels
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 4 - Quizvraag


Een zintuigcel vangt prikkels op en zet die om in impulsen
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 5 - Quizvraag

1. Prikkel: Invloed uit de omgeving op een organisme
2. Impuls: Een elektrisch signaal (‘seintje’) dat
van de zintuigcellen door zenuwen naar de
hersenen wordt geleid
A
1 Waar 2 Nietwaar
B
1 Nietwaar 2 Waar
C
Beide waar
D
Beide nietwaar

Slide 6 - Quizvraag

Prikkels
Prikkels: Alle veranderingen in je omgeving waar je op kan reageren. 

- Inwendige prikkels
- Uitwendige prikkels 

Slide 7 - Tekstslide

welk onderdeel van een zintuig reageert op prikkels
A
het hele zintuig
B
de zintuigcel

Slide 8 - Quizvraag

Adequate prikkels
  • Juiste prikkel bij het juiste zintuig

Slide 9 - Tekstslide

Adequate prikkels 

Slide 10 - Tekstslide

Verschillende prikkels
Zintuigen zetten prikkels 
om in impulsen. 

Een impuls is een elektrisch stroompje door een zenuw

impulsen gaan door het zenuwstelsel


Slide 11 - Tekstslide

Onthouden
Zintuigcellen vangen de prikkel uit de omgeving op.
En zetten de prikkel om in een impuls.
Een impuls is een electrisch stroompje dat door zenuwen gaat:
van het zintuig naar de hersenen of van de hersenen naar de spier.

Slide 12 - Tekstslide

Drempelwaarde

Als een prikkel te klein is, dan kan het zituig het niet waarnemen.

De prikkel is beneden de DREMPELWAARDE.


De drempelwaarde is bij verschillende organismen anders: een hond kan beter horen dan een mens.

Slide 13 - Tekstslide

reageren of niet?

  • Je reageert niet op:
  • -te zwakke prikkels
  • -prikkels die er de hele tijd zijn (gewenning)
  • -onbelangrijke prikkels (motivatie)

Slide 14 - Tekstslide