In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Maatschappijleer
Slide 1 - Tekstslide
Maatschappijleer
Nieuws kijken
Zelfstandig werken of leren
Afsluiten
Slide 2 - Tekstslide
www.npostart.nl
Slide 3 - Link
Aan de slag!
Samenvatting plus begrippenlijst maken van H3 Politiek
stemwijzer/krant gemeenteraadsverkiezingen lezen
Oefentoets politiek maken
Oefenen met de oefentoetsapp
Oefenen met Quizlet
Werk afronden
Slide 4 - Tekstslide
https:
Slide 5 - Link
Waaruit bestaat het kabinet?
A
koning en ministers
B
koning en staatssecretarissen
C
ministers en ambtenaren
D
ministers en staatssecretarissen
Slide 6 - Quizvraag
Leg uit wat het verschil is tussen passief kiesrecht en actief kiesrecht.
Slide 7 - Open vraag
Wat zijn de twee hoofdtaken van het parlement?
Slide 8 - Open vraag
De Eerste Kamer heeft
A
150 zetels
B
het primaat
C
75 zetels
D
recht van amendement
Slide 9 - Quizvraag
Welk recht heeft de Eerste Kamer niet?
A
Motie
B
Parlementaire enquête
C
Stemrecht
D
Recht van initiatief
Slide 10 - Quizvraag
Hoe noem je het recht om een wetsvoorstel in te dienen?
A
Budgetrecht
B
Recht van initiatief
C
recht van Amendement
D
Stemrecht
Slide 11 - Quizvraag
Het recht van initiatief hoort bij de
A
Wetgevende taak
B
controlerende taak
Slide 12 - Quizvraag
LINKS
RECHTS
Actieve overheid
Passieve overheid
Opkomen zwakkeren
Liberalisme
Sociaal-democratie
Zelfredzaamheid
Economische vrijheid
Slide 13 - Sleepvraag
Hoe noem je het parlementaire recht om de begroting goed of af te keuren?
A
budgetrecht
B
recht van initiatief
C
vragen recht
D
motierecht
Slide 14 - Quizvraag
Wat is een andere naam voor een spoeddebat met een minister aanvragen?
A
recht van initiatief
B
recht van amendement
C
motierecht
D
recht van interpellatie
Slide 15 - Quizvraag
Welk recht hoort bij de wetgevende taak?
A
recht van initiatief
B
recht van enquete
C
motierecht
D
recht van interpellatie
Slide 16 - Quizvraag
Het aanpassen van wetten noemen we...
A
Wet van initiatief
B
Wet van amendement
Slide 17 - Quizvraag
Recht van amendement heeft/hebben:
A
De Eerste Kamer
B
De Tweede Kamer
C
Beide Kamers
Slide 18 - Quizvraag
Café dicht Een café in Dokkum moet twee weken dicht. … heeft dit besluit genomen vanwege de voortdurende verstoring van de openbare orde en veiligheid.
> Wat moet op de puntjes in tekst 1 worden ingevuld?
A
De burgemeester
B
De gemeenteraad
C
De politie
D
Het college van B&W
Slide 19 - Quizvraag
Een meerderheid van de Tweede Kamer is akkoord gegaan met het ‘wetsvoorstel studievoorschot’. Met 97 stemmen voor en 53 tegen is het wetsvoorstel aangenomen. Als ook … akkoord gaat, wordt de basisbeurs per september 2015 afgeschaft en vervangen door het leenstelsel. > Wat moet er op de puntjes in de tekst worden ingevuld?
Slide 20 - Open vraag
Het recht om een motie in te dienen hoort bij
A
De wetgevende taak
B
De controlerende taak
Slide 21 - Quizvraag
De Tweede Kamer heeft gebruik gemaakt van … en het oorspronkelijke wetsvoorstel van de minister op een aantal punten gewijzigd. Zo gaat onder andere het minimumbedrag dat oud-studenten maandelijks moeten terugbetalen flink omlaag.
--> Welk recht van de Tweede Kamer moet op de puntjes in de tekst worden ingevuld?
A
Recht van amendement
B
Recht van enquête
C
Recht van initiatief
D
Recht van interpellatie
Slide 22 - Quizvraag
Welke partij hoort niet thuis in het onderstaande rijtje, leg je antwoord uit. -ChristenUnie -GroenLinks -SGP -CDA
Slide 23 - Open vraag
SLEEPVRAAG: Wat hoort bij wat?
Sleep de uitleg naar het juiste begrip
timer
0:40
Progressief
Conservatief
Sociaaldemocratie
Liberalisme
Christendemocratie
One-issuepartij
Niet-democratische partij
1. Eén aspect van de samenleving staat centraal.
2. Het streven is om de ongelijkheid in de samenleving te verminderen.
3. Benadrukt meer datgene wat bereikt is.
4. Vergroten van persoonlijke en economische vrijheid.
5. Politiek vooruitstrevend en voor verandering van de samenleving.
6. Op sociaaleconomisch gebied zit deze stroming in het midden.
7. De standpunten zijn strijdig met de rechtsstaat
Slide 24 - Sleepvraag
Recht van Kamerleden om de jaarlijkse begroting van een minister te wijzigen.
A
Initiatiefrecht
B
Budgetrecht
C
Petitierecht
D
Vragenrecht
Slide 25 - Quizvraag
In welk van de volgende politieke organen kan een oppositiepartij zitten?
Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.
A
De Eerste Kamer
B
De Gedeputeerde Staten
C
De Gemeenteraad
D
De Regering
Slide 26 - Quizvraag
Leg uit waarom het belangrijk is dat er naast de coalitie ook een oppositie is.
Slide 27 - Open vraag
“Het worden spannende maanden. Op 21 maart gaat Nederland naar de stembus. Dat is het moment waarop mensen af kunnen rekenen met de enorme ongelijkheid, met de bezuinigingen op de zorg en met politici die de tweedeling verder laten groeien.” Op 21 maart rekenen we af met dit beleid.” > Wat kun je op basis van de tekst zeggen over deze politieke partij? De partij is ...
A
een linkse coalitiepartij.
B
een linkse oppositiepartij.
C
een rechtse coalitiepartij.
D
een rechtse oppositiepartij.
Slide 28 - Quizvraag
Welke waarde hoort bij welke politieke stroming?
Gelijkwaardigheid
Naastenliefde
Economische vrijheid
SOCIALISTEN
CHRISTENDEMOCRATEN
LIBERALEN
Solidariteit
Persoonlijke vrijheid
Slide 29 - Sleepvraag
Trias Politica, drie machten:
wetgevende
uitvoerende
rechterlijke
wie?
wie?
wie?
wat ze doen:
wat ze doen:
wat ze doen:
wetten uitvoeren en handhaven
parlement
rechters
zij die de wet overtreden bestraffen
stelt wetten op
Regering / ministers
Slide 30 - Sleepvraag
Noem twee argumenten die een voorstander van het referendum zal noemen om het referendum aan te prijzen.
Slide 31 - Open vraag
Wat zijn belangrijke waarden voor liberalen?
Er zijn meerdere antwoorden juist.
A
Economische vrijheid
B
Rentemeesterschap
C
Gelijkwaardigheid
D
Persoonlijke vrijheid
Slide 32 - Quizvraag
Leg in eigen woorden uit waarom we Nederland een Parlementaire Democratie noemen.
Slide 33 - Open vraag
Waar om is belangrijk dat wij in Nederland de Trias Politica hebben?
Slide 34 - Open vraag
Welke rollen heeft de koning in Nederland?
-Er zijn meerdere antwoorden juist.
A
Stemmen of een wet wel of niet doorgaat.
B
Een handtekening onder alle wetten zetten.
C
Ons land vertegenwoordigen in het buitenland.
D
De Minister-President kiezen.
Slide 35 - Quizvraag
Oppositiepartijen in de Tweede Kamer zijn boos dat stukken voor Prinsjesdag zijn uitgelekt. 'Beschamend', zegt ChristenUnie-leider Gert-Jan Segers. RTL Nieuws publiceerde vanavond, twaalf dagen voor Prinsjesdag, een aantal onderdelen uit de stukken.
Over welke stukken heeft Gert-Jan Segers het in de tekst hierboven? Meerdere antwoorden zijn juist.
A
De miljoenennota
B
Een nieuw wetsvoorstel
C
De troonrede
D
Een motie van wantrouwen
Slide 36 - Quizvraag
Welk recht van het parlement past erbij? ''Kamer verzoekt minister om zorgmedewerkers meer te gaan betalen''
A
budgetrecht
B
onderzoek- en enquêterecht
C
recht van motie
D
vragenrecht
Slide 37 - Quizvraag
De kamer laat een groot onderzoek doen naar de toeslagenaffaire.
A
Recht van amendement
B
recht van motie
C
Recht van parlementaire enquête
D
Recht van budget
Slide 38 - Quizvraag
Als de Tweede Kamer na een rapport het kabinet ter verantwoording roept, van welk recht maakt zij dan gebruik?
A
Vragenrecht
B
Recht van interpellatie
C
Recht van motie
D
Budgetrecht
Slide 39 - Quizvraag
Een kamerlid stelt een wijziging voor van de coronawet
A
initiatief
B
motie
C
amendement
D
interpellatie
Slide 40 - Quizvraag
Om hun wetgevende taak uit te kunnen voeren hebben Kamerleden het stemrecht, het recht van het recht van initiatief en het recht van..........
A
Interpellatie
B
Amendement
C
vragen stellen
D
Motie
Slide 41 - Quizvraag
Het recht van de Eerste en Tweede Kamer om ministers te verzoeken iets aan een probleem te doen is:
A
interpellatie
B
initiatief
C
amendement
D
motie
Slide 42 - Quizvraag
De Kamer is het niet eens met de wijze waarop de bouw van een nieuwe tunnel wordt gefinancierd:
A
Recht van motie
B
Recht om vragen te stellen
C
Budgetrecht
D
Stemrecht
Slide 43 - Quizvraag
Het recht om vragen te stellen aan de minister hoort bij
A
De wetgevende taak
B
De controlerende taak
Slide 44 - Quizvraag
Het recht om wetten af te keuren hoort bij
A
de wetgevende taak
B
de controlerende taak
Slide 45 - Quizvraag
Klaar?
Samenvatting plus begrippenlijst maken van H3 Politiek
stemwijzer/krant provinciale verkiezingen lezen
Oefentoets politiek maken
Oefenen met de oefentoetsapp
Oefenen met Quizlet
Werk afronden
Slide 46 - Tekstslide
https:
Slide 47 - Link
AMV
De vier kenmerken van een maatschappelijk probleem kennen en herkennen.