Lesson 2: Writing opdr. 19 t/m 24 (-20)

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

	Vak: Engels Hoofdstuk: 1
1.	Lesopening
2.	Leergebiedoverstijgende doelen + arrangementen
3.	Lesdoel (+ minicheck)
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie + afsluiting

1. Lesopening

Take your English book, don't open it!

Pak je Engels boek, maak het nog niet open. 

2. Leergebiedoverstijgende doelen

Zelfstandig leren

- Werkt in de gestelde tijd zelfstandig aan opdrachten op zijn planner (bord, agenda) en houdt zelf de tijd in de gaten om het af te krijgen. 

Reflecteren

- Kijkt zijn eigen werk na en corrigeert waar nodig.  

Arrangementen

- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie na het benoemen van de lesdoelen en het lezen van de theorie. 

???

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 

???

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 

???

3. Lesdoel

Na deze les kun je:

- gedragscodes in verschillende situaties (her)kennen

- een (wens)kaartje schrijven

- een lijst met vragen over jezelf invullen 

Verdiept arrangement:

Namen lln. 

Huiswerk noteren + maken:

Les: 2

blz.: 23 t/m 27

opdr.: 19 t/m 24 (-20)

Mini-check

Quiz mee

Vertaal de volgende zin
How do you like to travel?

Vertaal:
Wat vind je leuk in een stad?

Vul in
........... (do) Rachid like freerunning?

Wie maakt wat?

3 vragen goed? Zelfstandig aan de slag:

les 2, blz. 23 t/m 27, opdr. 19 t/m 24 (-20)

De rest doet mee met de instructie

4. Instructie

Present Simple:

- Je gebruikt de present simple altijd als iets altijd, nooit, of regelmatig gebeurt. 

- En bij he, she en it plak je een -s achter het werkwoord. 

- In de tegenwoordige tijd maak je vragen met do/does.

Alleen bij he/she/it gebruik je does.

4. Instructie

Do I run every day 

Do you run every day

Does He/She/It runs every day

Do we run every day

Do you run every day

Do they run every day

5. Begeleid inoefenen

Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?

Lees en maak les 2, blz. 23 t/m 27, opdr. 19 t/m 24 (-20)

Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?

namen lln... kom aan de instructietafel zitten. 

Niels; laptop pakken om het verhaal voorgelezen te krijgen. 

6. Zelfstandig werken

Je leest en maakt zelfstandig, in stilte:

V: les 2, blz. 23 t/m 27, opdr. 19 t/m 24 (-20) --> namen lln

B: les 2, blz. 23 t/m 27, opdr. 19 t/m 24 (-20) --> namen lln

I: les 2, blz. 23 t/m 27, opdr. 19 t/m 24 (-20) --> namen lln

Ben je klaar?

1. Kijk je werk zorgvuldig na + verbeter waar nodig. 

2. Huiswerk ander vak afmaken. 

3. Leren toets/ lezen / woordzoeker. 

7. Evaluatie

Zelfstandig leren

- Werkt in de gestelde tijd zelfstandig aan opdrachten op zijn planner (bord, agenda) en houdt zelf de tijd in de gaten om het af te krijgen. 

Reflecteren

- Kijkt zijn eigen werk na en corrigeert waar nodig.  

Vertaal:
Wat vind je leuk in een stad?

Het is gelukt om mijn werk binnen de tijd af te krijgen.

😒🙁😐🙂😃

Afsluiting

Ruim je boek en schrift van EN op.

Volgende lesuur: ....................