Wat is de naam van de faseovergang waarbij een gas veranderd in een vloeistof
A
verdampen
B
stollen
C
condenseren
D
smelten
1 / 13
volgende
Slide 1: Quizvraag
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Wat is de naam van de faseovergang waarbij een gas veranderd in een vloeistof
A
verdampen
B
stollen
C
condenseren
D
smelten
Slide 1 - Quizvraag
Wat is de naam van de faseovergang waarbij een gas veranderd in een vloeistof
A
verdampen
B
stollen
C
condenseren
D
smelten
Slide 2 - Quizvraag
Dichtheid
ρ=m/V tabel 8 tot en met 12 --> LET OP!
ρ=dichtheid, eenheid kg/m3 of g /cm3
m=massa, eenheid kg of g
V=volume m3 of cm3
Slide 3 - Tekstslide
rekenen tussen volume maten
Factor 1000
vb. Bereke het volume in L van 3,20 kg goud.
V=m/ρ= 3,20 kg/19,3*103 kg/m3 =0,165*10-4 m3 = 0,165 L
Slide 4 - Tekstslide
Oefenvraag: Bereken de massa in gram van 20,4 cm^3 zilver
Slide 5 - Open vraag
Uitwerking
ρ*V = m
20,4 cm3 zilver = 20,4*10-6 m3 zilver
20,4*10-6 * 10,5*103 = 0,214 kg zilver = 214 g zilver
Slide 6 - Tekstslide
Druk
p=F/A
p=druk, eenheid in N/m2
F=kracht, eenheid in N
A=oppervlak eenheid in m2 of cm2
Slide 7 - Tekstslide
Een baksteen ligt op het strand. De kracht op het zand is 20 N. De druk onder de baksteen bedraagt 0,011 N/cm2. Bereken de oppervlakte van de onderkant van de baksteen.
Slide 8 - Open vraag
uitrekking veer
uitrekking (u) is recht evenredig
met de vervormende kracht (F)
Slide 9 - Tekstslide
Veerconstante
C=F/u
C=veerconstante eenheid N/m of N/cm
F=kracht eenheid N
u=uitrekking, eenheid
Slide 10 - Tekstslide
Wat is de veerconstante van de veer uit deze afbeelding
A
0,5 N/m
B
2 N/m
C
0,5 N/cm
D
2 N/cm
Slide 11 - Quizvraag
Zou de grafiek steiler of minder steil lopen, wanneer de veerconstante groter wordt