- je weet bij welke pH-waarde een oplossing zuur, basisch of neutraal is
- Je begrijpt de notatie van het omslagtraject van een indicator in Binas tabel 52
- je kunt met behulp van indicatoren de pH van een oplossing bepalen
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Les 9 Indicatoren
leerdoel:
- je weet bij welke pH-waarde een oplossing zuur, basisch of neutraal is
- Je begrijpt de notatie van het omslagtraject van een indicator in Binas tabel 52
- je kunt met behulp van indicatoren de pH van een oplossing bepalen
Slide 1 - Tekstslide
H6.4 pH - zuurgraad
De zuurgraad van oplossingen noemen we de pH-waarde
pH-schaal loopt (meestal) van 0 tot 14
Hoe zuurder de oplossing, hoe lager de pH
Hoe basischer de oplossing, hoe hoger de pH
Een neutrale oplossing heeft pH 7
In de scheikunde is het niet zuur vs. zoet maar zuur vs. basisch
Slide 2 - Tekstslide
H6.4 pH meten
Met een pH-meter (zeer nauwkeurig)
Met indicatoren: kleurstoffen waarvan de kleur afhankelijk is van de pH (minder nauwkeurig)
universeel indicatorpapier
indicator-oplossingen
Slide 3 - Tekstslide
inleiding
Een indicator = een stof die van kleur verandert als de pH verandert
In het volgende filmpje zie je hiervan een voorbeeld
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
H6.4 zuur-base indicatoren
Bekende zuur-base indicatoren staan met omslagtrajecten in Binas 52A
Slide 6 - Tekstslide
Zo lees je Binas tabel 52:
Slide 7 - Tekstslide
Welke kleur krijgt de indicator thymolblauw bij pH = 10,0
A
rood
B
geel
C
groen
D
blauw
Slide 8 - Quizvraag
Voor de bepaling van de pH van een oplossing, schenk je een beetje van de oplossing in twee reageerbuizen. Aan buis 1 voeg je 2 druppels methylrood toe, de oplossing kleurt geel. Aan buis 2 voeg je 2 druppels fenolrood toe, de oplossing kleurt opnieuw geel. Wat kun je zeggen over de pH van de oplossing? Gebruik Binas 52A.
A
pH tussen 4,8 en 6,0
B
pH = 6,0
C
pH = 6,6
D
pH tussen 6,0 en 6,6
Slide 9 - Quizvraag
Uitleg
Methylrood kleurt geel bij een pH hoger dan 6,0.
Fenolrood kleurt geel bij een pH lager dan 6,6.
Dus 6,0 < pH < 6,6
Slide 10 - Tekstslide
Met welke indicator(en) kun je zo nauwkeurig mogelijk een oplossing met pH 4,6 bepalen? Gebruik Binas 52A.
A
Broomkresolgroen
B
Broomkresolgroen en methyloranje
C
Broomkresolgroen en methylrood
D
Methyloranje en methylrood
Slide 11 - Quizvraag
Uitleg
Omslag methyloranje: 3,2 - 4,4
Omslag broomresolgroen: 3,8 - 5,4
Omslag methylrood: 4,8 - 6,0
Bij pH 4,6:
broomkresolgroen (kleurt groen)-> pH tussen 3,8 en 5,4
broomkresolgroen (kleurt groen) + methyloranje (kleurt oranjegeel) -> pH tussen 4,4 en 5,4
broomkresolgroen (kleurt groen) + methylrood (kleurt rood) -> pH tussen 3,8 en 6,0
methyloranje (kleurt oranjegeel) + methylrood (kleurt rood) -> pH tussen 4,4 en 4,8
Laatste optie is dus meest nauwkeurig.
Slide 12 - Tekstslide
H6.4 eigen werk
leren: pHschaal figuur 1 en blz 163 tm voorbeeldopdracht 5