Trappen van vergelijking

trappen van vergelijking
1 / 11
volgende
Slide 1: Woordweb
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

trappen van vergelijking

Slide 1 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Leg eens uit...

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leg eens uit...

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na de stellende trap gebruik je het woordje ...
timer
0:15
A
dan
B
als

Slide 4 - Quizvraag

Levi is even groot als Jamil.
Na de vergrotende trap gebruik je het woordje ...
timer
0:15
A
als
B
dan

Slide 5 - Quizvraag

Levi is groter dan Jamil.

Noteer in de zin de passende vorm van het woord dat onderstreept is.

Mijn oma gaat graag zwemmen, maar schaken doet ze het ...

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Noteer in de zin de passende vorm van het woord dat onderstreept is.

Voor sommige richtingen van sportopleidingen moet je sportief zijn dan voor andere richtingen.

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul het rijtje aan: enthousiast - enthousiaster - het ...

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Koen woont even ver van school ...
timer
0:15
A
als ik
B
dan ik
C
als mij
D
dan mij

Slide 9 - Quizvraag

Koen woont even ver van school als ik (woon).
Maikel kan sneller lopen ... .
timer
0:15
A
als zij
B
als haar
C
dan zij
D
dan haar

Slide 10 - Quizvraag

Maikel kan sneller lopen dan zij kan.
Ik kan de trappen van vergelijking goed gebruiken in combinatie met als en dan.
😒🙁😐🙂😃

Slide 11 - Poll

Deze slide heeft geen instructies