34.4.5: zwei woordjes + herhalen GEnus+ PossesivPronomen
1 / 35
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
...Mann
Slide 10 - Open vraag
...Frau
Slide 11 - Open vraag
...Buch
Slide 12 - Open vraag
...Lehrer
Slide 13 - Open vraag
...Lehrerin
Slide 14 - Open vraag
...Sommer
Slide 15 - Open vraag
...Mädchen
Slide 16 - Open vraag
...Seite
Slide 17 - Open vraag
...Wahrheit
Slide 18 - Open vraag
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
(mijn).....Freund
Slide 22 - Open vraag
(jouw).....Freundin
Slide 23 - Open vraag
(zijn).....Nichte
Slide 24 - Open vraag
(haar).....Bruder
Slide 25 - Open vraag
(onze).....Freiheit
Slide 26 - Open vraag
(jullie).....Haus
Slide 27 - Open vraag
(hun).....Essen
Slide 28 - Open vraag
(uw).....Liebe
