9.8 De Bezetting

Maken 
  • Betrouwbaarheidsopdracht Tweede Wereldoorlog 
  • Werkboek OZK: 1, 2 en HD 1, 6
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Maken 
  • Betrouwbaarheidsopdracht Tweede Wereldoorlog 
  • Werkboek OZK: 1, 2 en HD 1, 6

Slide 1 - Tekstslide




De Duitse bezetting van Nederland

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je:
- de KA 'de bezetting van Nederland' in eigen woorden uitleggen.
- Je kan de houding van Nederland ten opzichte van de bezetters uitleggen en maakt hierbij gebruik van de begrippen accommodatie, collaboratie en verzet.

Slide 3 - Tekstslide

Nederland valt
  1. 10 mei 1940: Duits leger valt Nederland binnen. 
  2. 15 mei 1940: Nederland capituleert. 
  3. Hitler benoemt Seyss-Inquart tot rijkscommissaris. 
  4. Hiermee wordt ook de rechtsstaat en de democratie buiten werking gesteld. 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Aanpassing
Nederlandse ambtenaren bleven in overeenstemming met de instructies van de Nederlandse regering van voor de oorlog op hun plek.

Het was volgens de Nederlandse regering namelijk: 'Beter zo dan alles overlaten aan de Duitsers of de NSB'ers.'

Zij moesten alleen een loyaliteitsverklaring tekenen. 

Slide 6 - Tekstslide

Aanpassing
Oud-Premier Colijn: 'Nederlanders moeten leren leven met het feit dat het vasteland en Europa in de toekmost geleid zal worden door Duitsland.'

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Aanpassing
  • In het begin gedroegen de Duitsers zich netjes.
    1. Nederlanders zijn 'broedervolk'
    2. Maakt het makkelijker het land te besturen
  • Naar mate de bezetting langer duurden, werden de anti-Duitse gevoelens Sterker. 
  • Dit kwam doordat de Duitsers steeds bruter optraden en de schaarste en armoede toenam. 

Slide 9 - Tekstslide

Collaboratie
  • Meer gehaat dan de Duitsers waren de NSB'ers. 
  • Zij maakte zich schuldig aan collaboratie met de Duitsers. 
    1. Meevechten met Duitsers. 
    2. Meedoen aan het jagen op Joden. 

Slide 10 - Tekstslide

Verzet
  • Klein deel van de Nederlanders ging in het verzet. 
Drie belangrijke georganiseerde stakingen: 
  1. Februaristaking 1941.
  2. April/meistaking 1943. 
  3. Spoorwegstaking 1944. 

Algemene reactie: De Duitsers schoten stakers dood. 

Gevolg spoorwegstaking: Voedseltransporten naar Nederland werd stilgelegd. Gevolg dat er een hongerswinter ontstond eind 1944/begin 1945. 


Slide 11 - Tekstslide

Verzet
  • Om te voorkomen dat zij moesten werken in Duitsland doken ongeveer 300.000 Nederlanders onder. 
  • Sommige andere verzetsgroepen hielden zich bezig met het verspreiden van illegalen krantjes. Deze verspreiden niet gecensureerd nieuws over Nederland en de oorlog. 
  • Als gevolg gingen de Duitsers elite burgers, als gijzelaars gevangen houden en bij verzet werden deze geexecuteerd. 


Slide 12 - Tekstslide

Jodenvervolging
  • Begin oorlog 160.000 joden in Nederland. 
  • Begin Duitse bezetting: Joodse ambtenaren werden ontslagen. 
  • Alle joden kregen een persoonsbewijs met een J erop. 

Slide 13 - Tekstslide

Jodenvervolging
  • April 1942 moesten alle joden op hun kleding een ster dragen. 
  • Daarna moesten de joden zich melden voor Arbeid in het oosten 'Begin deportaties.'
  • Vandaar werden de joden naar doorgangskamp Westerbork gebracht. 
  • Vanafaf Westenbork gingen de joden naar Auschwitz of Sobibor. 
  • Van de 107.000 joden die gedeporteerd werden, kwamen er 5.000 terug naar Nederland. 

Slide 14 - Tekstslide