In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
H19 Energie en industrie
Maak eerst formatieve test van H15 en H17
Slide 1 - Tekstslide
Welke bewering is juist over rendement...
A
kan > 100 % zijn
B
heeft een waarde van 0-100 %
C
Kan negatief zijn
Slide 2 - Quizvraag
De E-factor voor de bereiding van X is 0,8 via proces 1 en 0,4 via proces 2. Welke stelling is juist?
A
proces 1 gebruikt meer energie dan proces 2
B
proces 2 gebruikt meer energie dan proces 1
C
proces 1 gebruikt meer grondstof dan proces 2
D
proces 2 gebruikt meer grondstof dan proces 1
Slide 3 - Quizvraag
Iemand vertelt je dat de E-factor van een bepaald productieproces 0,5 is. Wat betekent dit?
A
per 0,5 kg product ontstaat 1 kg afval
B
per 0,5 kg product ontstaat 0,5 kg afval
C
per kg product
ontstaat 0,5 kg afval
D
per kg product
ontstaat 1 kg afval
Slide 4 - Quizvraag
De atoomeconomie van alcohol in de volgende reactie is....
C6H12O6→2C2H6O+2CO2
C2H6O
Alcohol =
A
groter dan 100%
B
gelijk aan 100%
C
kleiner dan 100%
Slide 5 - Quizvraag
Wat is de atoomeconomie van:
N2+3H2→2NH3
A
50%
B
75%
C
100%
D
Geen idee
Slide 6 - Quizvraag
Bereken het energie-effect per mol ethyn van de volledige verbranding van ethyn tot o.m. vloeibaar water. (Geef berekening & antwoord)
Slide 7 - Open vraag
Cel met ijzer(III)chloride en waterstofsulfide
Met behulp van ijzer(III)chloride en waterstofsulfide kan als volgt een elektrochemische cel worden gebouwd.
• In bekerglas A, gevuld met een ijzer(III)chloride-oplossing, wordt een koolstofelektrode geplaatst.
• In bekerglas B, gevuld met gedestilleerd water, wordt ook een koolstofelektrode geplaatst.
• Bekerglazen A en B worden verbonden door een zoutbrug.
• Nadat beide elektroden via een gevoelige voltmeter met elkaar zijn verbonden, wordt een regelmatige stroom waterstofsulfidegas door het water in bekerglas B geleid.
De volgende vragen (1 tm 4) gaan over deze elektrochemische (brandstof)cel...
Slide 8 - Tekstslide
1) Waarvoor dient de zoutbrug? 2 antwoorden
A
Om elektronen door te laten stromen
B
Om een gesloten stroomkring te krijgen
C
Aanvoer van reagerende stoffen
D
Om ionen door te laten stromen
Slide 9 - Quizvraag
2) Schrijf in je schrift de halfreacties en de somreactie die verlopen in deze elektrochemische cel. Upload een foto van je uitwerking.
Slide 10 - Open vraag
3) In welk bekerglas bevindt zich de positieve elektrode
A
Bekerglas A
B
Bekerglas B
Slide 11 - Quizvraag
Teken de opstelling in je schrift
Noteer in deze opstelling de volgende nummers op de juiste plek. Voeg een foto toe op de volgende slide.
plus-pool
min-pool
zoutbrug
voltmeter
invoer waterstofsulfidegas
6. koolstofelektrode (2x)
7. ijzer(III)chloride-oplossing
8. gedestilleerd water
Slide 12 - Tekstslide
4) Upload een foto van je getekende opstelling met de cijfers 1 tm 8 erin.
Slide 13 - Open vraag
Direct-EthanolBrandstofcel (DEFC)
De direct-ethanolbrandstofcel (DEFC) maakt gebruik van ethanol in de brandstofcel in plaats van de meer giftige methanol.
De volgende vragen (5 tm 7) gaan over deze elektrochemische (brandstof)cel...
Slide 14 - Tekstslide
5) Geef de vergelijking van de halfreactie voor de omzetting van ethanol tot koolstofdioxide. Behalve de formules voor genoemde stoffen komen in de vergelijking nog e-, H+ en H2O voor.
Slide 15 - Open vraag
6) Leid in je schrift met behulp van vraag 5) en halfreactie van zuurstof in zuur milieu de totaalvergelijking af. Upload je antwoord.
Slide 16 - Open vraag
7) De DEFC levert 100 uur een stroom van 2,5.10^-4 A. Van de omgezette ethanol wordt 80% gebruikt voor de stroomlevering. Bereken hoeveel gram ethanol wordt omgezet. Maak bij je berekening gebruik van de constante van Faraday (BinasTabel 7A). 1 A = 1 C/s. - Na deze vraag ga je verder met de theorie van H19, maak aantekeningen -
Slide 17 - Open vraag
hernieuwbaar =
onuitputtelijk, weer opnieuw te maken, gemaakt uit biomassa
recyclebaar =
herbruikbaar, geen afval maar grondstof, terugvoeren naar begin van productieproces
Slide 18 - Tekstslide
Zie de afbeelding links.
In warmtewisselaar WW1 wordt de hulpstroom water omgezet in stoom. De reactie die plaatsvindt in reactor R1 is ...
A
endotherm
B
exotherm
Slide 19 - Quizvraag
Mbv gegevens over een proces mogelijke gevolgen voor mens en milieu kunnen aangeven.
warmte/krachtkoppeling (WKK) warmte/energie die vrijkomt bij een proces elders nuttig gebruiken. (vb stadsverwarming)
transport van grondstoffen, producten & afval
uitstoot/emissies vergelijken met grenswaarden (T97A)
gebruik van (koel-)water
risico bij calamiteiten (opg 11)
Aantekening
Slide 20 - Tekstslide
NOx
CO2
Fijnstof (vliegas)
SO2
kijk eens in Binastabel 64B
Slide 21 - Tekstslide
Draagt bij aan het versterkt broeikaseffect
A
CO2
B
SO2
C
NOx
D
vliegas
Slide 22 - Quizvraag
Veroorzaakt zure regen.
A
CO2
B
SO2
C
NOx
D
vliegas
Slide 23 - Quizvraag
Veroorzaakt smog (en dus longwegproblemen).
A
CO2
B
SO2
C
NOx
D
vliegas
Slide 24 - Quizvraag
emissie
CO2
SO2
NOx
vliegas
gevolg
draagt bij aan het versterkt broeikas-effect
zure regen & smog
..+H2O→H2SO4
zure regen & smog
..+H2O→HNO3
smog
remedie
-
door kalkwater leiden → gips*
in de deNOx laten reageren tot N2 en water
afvangen en verwerken in beton en cement*
* bouwmateriaal
Slide 25 - Tekstslide
Fossiele brandstof:
uit resten van planen en dieren van miljoenen jaren geleden.
aardgas
aardolie
steenkool
raken op lange C-cyclus
CO2-uitstoot van de verbranding draagt bij aan het versterkt broeikaseffect
Biobrandstof
gemaakt uit biomassa uit onze generatie
biogas vergisten slib
bioethanol vergisten suiker
biodiesel omesteren olie
hernieuwbaar (duurzaam!)
korte C-cyclus: CO2-neutraal
De CO2 die vrijkomt bij de verbranding is kort geleden door een plant opgenomen tijdens fotosynthese.
Slide 26 - Tekstslide
Wat geldt niet voor fotosynthese?
A
reactie legt CO2 vast
B
reactie is endotherm
C
reactie is exotherm
D
reactie geeft O2
Slide 27 - Quizvraag
Zijn er nog vragen?
Geen vragen? Maak opg. 10abc en 11. Vergelijk bij opg. 10: