Bij de volgende zinnen is het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord gebruikt. Schrijf deze vorm juist op.
a. Het (verbreden) fietspad is nu veel veiliger.
b. De opnieuw (inrichten) kamer zag er mooi uit.
c. De (verontrusten) ouders stonden maar te wachten.
d. De (beantwoorden) brief kwam helaas te laat.