Betoog en kern beroepshavo

Welkom! 
Wat heeft dit plaatje met Nederlands te maken?
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Welkom! 
Wat heeft dit plaatje met Nederlands te maken?

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
SE3: Je kunt een kern schrijven met een AUB-structuur, een kernzin en met gebruik van signaalwoorden.

We oefenen signaalwoorden adhv een quiz

Slide 2 - Tekstslide

SE3: schriftelijk betoog
Lees, uit je reader, blz. 63+64.
De docent stelt hierna vragen over deze bladzijdes.
timer
5:00

Slide 3 - Tekstslide

Overleg met je buur
Wat is het doel van een betoog?
Uit hoeveel onderwerpen mag je kiezen in SE3?
Hoe moet je de bronnen die bij dat onderwerp horen opzoeken?
Moet je zelf een stelling formuleren?
Hoeveel woorden moet je betoog voor SE3 omvatten?
Hoeveel tijd krijg je voor SE3?
timer
3:00

Slide 4 - Tekstslide

SE3: schriftelijk betoog (reader, blz. 63 e.v.)
Doel?
SE3: keuze uit 3 onderwerpen, bronnen worden gegeven
Je formuleert zelf een stelling
In argumentatiestructuur
Omvat minimaal 600 woorden, 2,5 uur de tijd

Oefenbetoog: na de kerstvakantie, in examnet.nl

Slide 5 - Tekstslide

Betoog SE3
Taalvaardigheid bepaalt 30% van je cijfer. Dit betreft woordspellingsfouten (-1), werkwoordspellingsfouten (-2), interpunctiefouten (-1) en formuleringsfouten (woordniveau -2; zinsniveau –3) 

Daarom Vlekkeloos Nederlands!

Slide 6 - Tekstslide

Kern (reader, blz. 61+62)
AUB
- Kernzin + signaalwoord (reader, blz. 33 t/m 39)
- Bewijs: één zin per citaat met bronverwijzing 
(reader, blz. 26+27)
- Genummerde bronnenlijst in APA-stijl onderaan je betoog (blz. 27)

Slide 7 - Tekstslide

Aan de slag!
Kies een argumentenkaart. Onderwerpen:  dierentuinen en duurzame merkkleding.
Je mag zelf kiezen of je voor of tegen de stelling bent.
Vul de argumenten op de kaart aan. Schrijf dit op een blaadje.
Tijd: 10 minuten. Eerder klaar? Spellingsblad.
Je krijgt na 10 minuten argumenten van een klasgenoot. AUB-structuur? Kernzin? Signaalwoorden?
timer
10:00

Slide 8 - Tekstslide

Aan de slag!
Kies weer een argumentenkaart.
Als je zojuist tegen een stelling was, dan moet je nu voor een stelling zijn.
Vul de argumenten op de kaart aan. Schrijf dit op een blaadje.
Tijd: 10 minuten. Eerder klaar? Spellingsblad.

timer
10:00

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag! Optie 2
Stelling: Dierentuinen moeten verboden worden.
Argument: Kaartjes voor de dierentuin zijn te duur.
1. Werk bovenstaand argument uit in een AUB-structuur met kernzin en signaalwoord. Leg uit! Doorredeneren!

2. Bedenk nu zelf een argument voor deze stelling. Werk ook dit argument uit in een AUB-structuur + kernzin + signaalwoord.

timer
15:00

Slide 10 - Tekstslide

Dierentuinen moeten verboden worden
Dierentuinen moeten verboden worden, omdat de kaartjes te duur zijn geworden. Dieren in de dierentuinen moeten verzorgd worden en dat kost veel geld. De ruimtes waarin de dieren leven kosten geld, denk dan bijvoorbeeld aan het verwarmen van de ruimte. Ook het voedsel dat de dieren krijgen kost geld, denk dan aan de watervoorziening, maar ook aan het vlees voor de roofdieren. Verder moeten ook de verzorgers van de dieren betaald worden, denk dan aan de dierenverzorgers en de dierenartsen. Al met al een behoorlijk kostenplaatje.

Slide 11 - Tekstslide

Dierentuinen moeten verboden worden
Dierentuinen moeten verboden worden, omdat  een dierentuin zielig is voor de dieren. Dieren zitten immers opgesloten in kleine ruimtes. Dit betekent dat ze niet kunnen doen wat ze in de vrije natuur zouden doen. Die onnatuurlijke situatie zorgt ervoor dat ze ongelukkig worden en uiteindelijk hierdoor ziek worden en kunnen overlijden.

Slide 12 - Tekstslide

Op de valreep....SE2
Inleveren van je pp:
De avond voordat je jouw presentatie geeft vóór 19:00 uur
Dan kan je extra punten verdienen (zie beoordelingsformulier PPT op Teams)

Tot einde les: verder met SE2

Slide 13 - Tekstslide

Wat is jouw leeropbrengst?
Geef met een cijfer aan wat jouw leeropbrengst is van deze les.

Zet dit cijfer op een post-it met je naam op de achterkant.

Plak de post-it op de deur als je weggaat.

Slide 15 - Tekstslide