H8 - Financiële zelfredzaamheid VWO

Quiz samenwonen / trouwen 
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Quiz samenwonen / trouwen 

Slide 1 - Tekstslide

Sinds 1 januari 2018 trouw je in Nederland automatisch...
A
In beperkte gemeenschap van goederen
B
In gemeenschap van goederen
C
Onder huwelijkse voorwaarden
D
Beneficiair

Slide 2 - Quizvraag

Het verschil in beperkte gemeenschap van goederen en algehele gemeenschap van goederen is...
A
Verknochte goederen vallen niet onder gezamenlijk vermogen
B
bij beperkt: al het vermogen ná het huwelijk blijft van jezelf
C
bij algeheel: al het vermogen ná het huwelijk blijft van jezelf
D
bij beperkt: al het vermogen van vóór het huwelijk blijft van jezelf.

Slide 3 - Quizvraag

Wanneer is het verstandig om te trouwen onder huwelijkse voorwaarden?
A
Als je een polyamoreuze relatie wilt hebben
B
Wanneer er kinderen in het spel zijn
C
Als er veel vermogen binnen je familie zit.
D
Dat kan alleen in de VS

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het grote verschil tussen een onderhands - en een notarieel samenlevingscontract?
A
Bij notarieel: je hebt recht op nabestaandenpensioen
B
Onderhands heeft meer rechtskracht

Slide 5 - Quizvraag

Verknochte goederen vallen niet onder de boedelscheiding
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Wie spreekt de echtscheiding uit
A
Advocaat
B
Notaris
C
Rechter
D
Linker

Slide 7 - Quizvraag

Stelling : Mensen met een samenlevingscontract die dit willen beëindigen en nog jonge kinderen hebben, moeten een ouderschapsplan opstellen dit voorleggen aan de rechter.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Als ouders ben je financieel verantwoordelijk voor je kinderen tot hun
A
16e
B
18e
C
20e
D
21e

Slide 9 - Quizvraag

Stelling: Met een testament kun je de kinderen onterven
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Julie is gescheiden en heeft 2 kinderen

Slide 11 - Open vraag