Hoofdstuk 1 - fictie, les 2

Hoofdstuk 1 - fictie, les 2
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2,3

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1 - fictie, les 2

Slide 1 - Tekstslide

Antwoorden vorige les
KB2 - paragraaf 1.1, opdr. 1
1. a. De hoofdpersonen zijn Nazim en Daan;
b. Dat weet ik, omdat ik alle gebeurtenissen meemaak door de ogen van Nazim of Daan. Ik weet bovendien wat zij denken en wat of zij voelen.
2. Bijvoorbeeld: Er staat in regel 8 'Het is vakantie en zomer!' Ook de titel van het verhaal verwijst naar de vakantietijd: 'Een vakantie van niks!'
3. De gebeurtenissen spelen zich af in de provincie Zeeland, op het strand aan zee en in en rond de duinen bij het plaatsje Domburg. 

Slide 2 - Tekstslide

4. Bijvoorbeeld: Veerle is zeer waarschijnlijk in aanraking gekomen met gifafval. Haar huid heeft op meerdere plekken brandwonden. Verderop in het verhaal staat ook dat mannen in beschermende pakken een deel van het strand en het duin hebben afgezet. Er hangt een zurige lucht. Ze vinden een verroeste ton en er is een bruin spoor in het zand dat alle beplanting heeft gedood.
5. Het eerste deel gaat vooral over Nazim en speelt zich af om 23.00 uur. Dat staat in regel 6. Het tweede deel gaat vooral over Daan en speelt zich de volgende dag af.

Slide 3 - Tekstslide

6. Alle vrolijkheid en drukte is weg. Het is heel stil geworden.
7. Even later ziet hij dat Joost en Veerle weggaan van de groep.
8. Bijvoorbeeld: Ik verwacht een spannend verhaal waarin Nazim en Daan samen onderzoeken waar het giftige afval vandaan komt.
9. Heb je je antwoord uitgelegd?
10. Heb je je mening gegeven?

Slide 4 - Tekstslide

B3 - paragraaf 1.1, opdr. 1
1.a. Valentijn
1.b. Driss
2.a. Gelukkig is Driss heel snel afgeleid/kan Driss niet lang zijn aandacht ergens bij houden.
2.b. Dan wil hij ineens een sterke, stoere man zijn die vrouwen helpt.
2.c. Tjonge, wat bijzonder!
2.d. Driss schudt met een beetje medelijden zijn hoofd.

Slide 5 - Tekstslide

3. Valentijn is een slimme, onzekere jongen die door Driss vervelend wordt behandeld. Hij heeft het lichaam van een basisschoolleerling en daar baalt hij van. Hij weet veel, maar is niet goed in spontane gesprekjes. Hij houdt van lezen. 
Driss is een grote, gespierde jongen die er alles aan doet om stoer over te komen. Hij draagt een Adidas trainingsbroek. Hij vindt Valentijn een nerd. Hij wil graag indruk maken op Jessica. Hij is moslim. Hij voelt zich soms dom vergeleken met Valentijn, maar dat mag niemand merken. 

Slide 6 - Tekstslide

4.a. Valentijn heeft er geen zin in, want er staat dat hij door de mooie bus bijna zin krijgt om naar de Ardennen te gaan.
4.b. Dat komt doordat zijn klasgenoten ook meegaan.
5.a. Regel 37-46
5.b. Driss heeft ruzie gemaakt met zijn moeder, omdat hij niet wilde dat zij meeging naar school om hem uit te zwaaien.
6. Valentijn kan het bericht gestuurd hebben om een grap met Driss uit te halen, de leraren kunnen het gestuurd hebben als onderdeel van een spel dat bij de werkweek hoort of het kan een moslimterrorist zijn. 

Slide 7 - Tekstslide

7. Het verhaal speelt zich af in onze tijd. Dat weet je door de moderne bus waar ze mee rijden, doordat de leerlingen mobieltjes hebben en whatsappen en doordat gebeurtenissen uit onze tijd worden genoemd.
8. Heb je twee vragen opgeschreven?
9. Heb je uitgelegd waarom dit verhaal wel/niet bij jouw leessmaak past?

Slide 8 - Tekstslide

k3 - paragraaf 1.1, opdr. 1
1a. Ward
1b. 'Snel nam Ward het groepje in zich op.' (regel 17)
1c. Ward en zijn moeder
1d. 'Ze hadden zijn moeder te pakken.' (regel 19)
2 Ward is een jongen met een Nederlandse vader en een Venezolaanse moeder. Hij is illegaal, staatloos, hij heeft geen identiteitspapieren. Hij heeft een onopvallend uiterlijk en hij ziet eruit als een 'gewone' Nederlandse jongen. Hij woont samen met zijn moeder op een zolderverdieping. Hij is sportief, hij is een freerunner. 


Slide 9 - Tekstslide

3. Eigen antwoord (je hebt tenminste drie gevoelens uit het verhaal gehaald)
4.  Dit is bijzonder omdat ze heel verschillend zijn: Marnix woont in een groot huis, Ward leeft illegaal met alleen zijn moeder en is waarschijnlijk arm.
5. Dat komt doordat Ward er heel Nederlands uitziet.
6. Het verhaal speelt zich af in onze tijd. Dat weet je door moderne woorden zoals 'een harde beat', 'macho', en 'uitzettingsprocedure', doordat Ward en zijn moeder een mobiel hebben en doordat Ward een freerunner is (dit is een moderne sport). 

Slide 10 - Tekstslide

7. Eigen antwoord (heb je tenminste twee vragen opgeschreven?)
8. Eigen antwoord (heb je uitgelegd waarom dit verhaal wel of niet bij jouw leessmaak past? 

Slide 11 - Tekstslide