3kgt H1.3 Percentage gevraagd.

Welkom
Paragraaf 1.3 Procenten gevraagd
Leg bladzijde 29 voor je open!
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Paragraaf 1.3 Procenten gevraagd
Leg bladzijde 29 voor je open!

Slide 1 - Tekstslide

Voorkennis
Wat weet je al?

Slide 2 - Tekstslide

Nora koopt een cd in de opruiming. De cd kost €16,95. Ze krijgt 59% korting. Hoeveel korting krijgt ze? Sleep de juiste getallen in de verhoudingstabel.
procent

euro
16,95
100
6,95
1
X
59

Slide 3 - Sleepvraag

Een zak chips kost € 0,89 exclusief 9% BTW.
Bereken de prijs inclusief BTW.

Slide 4 - Open vraag

100 + 9 = 109 %
%
100
1
109
0,89
X
0,97
: 100           x 109
: 100            x 109
De zak chips kost € 0,97 inclusief btw.

Slide 5 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je leert de nieuwe prijs uit te rekenen. 
  • Je leert wat de oude prijs is. 

Slide 6 - Tekstslide

Uitleg theorie

Slide 7 - Tekstslide

 Percentage gevraagd
eerst 50 auto's  → dan 65 auto's
Absolute toename is in aantallen
Hoeveel is die?

Slide 8 - Tekstslide

 Percentage gevraagd
eerst 50 auto's  → dan 65 auto's
Relatieve toename is in procenten
Hoeveel bereken je dat?
Hoeveel bereken je dat?
Met de procententabel!

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Percentage berekenen.

In de tabel zie je dat de neerslag in 
Nederland toeneemt.

  • De stijging van periode I naar
    periode II is 738 - 718 = 20 mm.
  • Dit is de absolute toename.
  • Vaak wordt de toename in procenten berekent. Dit is de procentuele toename.
  • Dit wordt ook wel de relatieve toename genoemd.


Slide 11 - Tekstslide

Met hoeveel procent is de neerslag in
periode II gestegen vergeleken met
periode I.


Aanpak:
  • Bereken de absolute toename in mm.
  • Je vergelijkt met periode I,
    dus periode I is 100%.
  • Een  percentage rond je af op 100%

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Wat is een relatieve toename?
A
een toename in getallen
B
een toename in euro's
C
een toename in procenten

Slide 14 - Quizvraag

Een fiets heeft een adviesprijs van € 1099. In de aanbieding is de prijs € 749.
Je moet de procentuele afname berekenen.
Welk bedrag hoort bij 100%?
A
1099
B
749

Slide 15 - Quizvraag

Een fiets heeft een adviesprijs van € 1099. In de aanbieding is de prijs € 749.
Bereken de procentuele afname.

Slide 16 - Open vraag

1099 - 749 = 350
%
100
X
31,84..
1099
1
350
: 1099           x 350
: 1099            x 350
Je krijgt 31,8 % korting.

Slide 17 - Tekstslide

Je kan het!
Enkele oefeningen...

Slide 18 - Tekstslide

Hoeveel is 10 procent van 150?
A
1,5
B
10
C
15
D
100

Slide 19 - Quizvraag

9. Bekijk de advertentie hiernaast. Hoeveel procent is de korting?
A
1,9%
B
18,7%
C
46,4%
D
65%

Slide 20 - Quizvraag

Op Calvijn zitten 530 leerlingen, hiervan spelen 130 leerlingen korfbal, hoeveel procent is dat?
A
25%
B
40%
C
12%
D
53%

Slide 21 - Quizvraag

Een voetbalvereniging had in 2015 425 leden. Nu hebben ze 820 leden. Met hoeveel procent is het ledenaantal toegenomen?

1
X
395
425
100
92,9
Procent
Aantal
820
192,9
51,8

Slide 22 - Sleepvraag

In een aquarium zitten 12 vissen, er zijn 5 rode vissen. Hoeveel procent van de vissen is rood? 

1
X
5
12
100
41,7
Procent
Aantal

Slide 23 - Sleepvraag

Kader 3 heeft 76 leerlingen, deze les zijn er 52 leerlingen online. Hoeveel procent van de leerlingen is online? 

procent

euro
76
100
52
1
X
68,4
Aantal
Procent
24
31,6

Slide 24 - Sleepvraag

Wat heb je geleerd van deze les?

Slide 25 - Open vraag

Wat vind je nog moeilijk aan deze les?

Slide 26 - Open vraag

Tot ziens iedereen

Slide 27 - Tekstslide