15.1 Tijd deel 1

• Rekenen
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 2

	Vak: Rekenen Hoofdstuk: 15.1 Tijd - Deel 1
1.	Lesopening
2.	Lesdoel
3.	Arrangementen + mini-check
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

Pak je werkboek van rekenen en 

laat deze nog even dicht op tafel liggen. 

2. Lesdoel 

Aan het eind van deze les:

- kun je de eenheden van tijd benoemen

- kun je aangeven hoe laat het op een analoge klok is

- kun je aangeven hoe laat het op een digitale klok is 

3. Arrangementen + mini-check

- Verdiept (8 of hoger): niemand

Voor deze les is geen mini-check. Iedereen doet mee met de instructie. 

Wie maakt wat:

3 of meer vragen goed? Ga zelfstandig aan de slag:

les 13.3, opdracht 17 t/m 20, blz. 41 t/m 44

De rest doet mee met de instructie.

4. Instructie

Lees en kijk mee naar de volgende dia. 

Analoog en digitaal

Er zijn twee soorten klokken analoog en digitaal

Een hele dag verdelen we in 24 uur.

Je noemt die 24 uur ook wel een etmaal.

We hebben afgesproken dat de dag om middernacht begint,

dat is precies om 12 uur 's nachts.

Eenheid van tijd

Tijd kan ook aangeven hoe lang iets duurt. 

Eenheden die horen bij tijd: 

- seconde (s)

- minuut (min.)

- uur (u)

Ook kun je de eenheden: dag, week, maand, jaar en eeuw gebruiken. 

Wat vertellen de wijzers van een klok?

- De kleine wijzer geeft de uren aan.

  Op de klok hiernaast is het 10 uur.

- De grote wijzer geeft de minuten aan.

  Op de klok hiernaast staat de grote wijzer op de 12, het is 10 uur.

  

Wat laat een digitale klok zien

- De eerste twee cijfers geven de uren aan.

  Op de klok hiernaast 22 uur ofwel 10 uur

  in de avond.

- De tweede twee cijfers na de dubbele punt 

  geven de minuten aan. Hier 00 omdat het 

  precies 10 uur is.

Wat is het verschil tussen analoog en digitaal

- Bij een analoge klok kun je niet zien 

  of het overdag is of avond. 

  Op de afbeelding hiernaast zie je dat

  het half tien is.

  Bij de analoge klok weet je niet of dit

  overdag of s'avonds is.

  Bij de digitale klok zie je dat het s'morgens is.

  

Ook bij het voorbeeld hiernaast zie je bij de

analoge klok niet of het vijf voor half acht

s'morgens is of s'avonds.

Bij de digitale klok zie je dat het s'avonds is.

Een etmaal is 24 uur en begint s'nachts om 12 uur.

Bij een analoge klok gaan de wijzers twee keer rond.

Bij een digitale klok telt de tijd door. 1 uur s'middags analoog is digitaal 

12 + 1 = 13 uur. 

Hoe spreek je tijd uit

Bij de analoge klok spreken we de tijd anders uit dan bij de digitale klok.

Analoog 

12 minuten over 8

Digitaal 

8 uur en 12 minuten

Analoog 

6 minuten over half 9

Digitaal

8 uur en 36 minuten

Analoog 

5 minuten over half 9 

Digitaal 

8 uur en 25 minuten

Analoog 

8 minuten voor 9

Digitaal

8 uur en 52 minuten

Rekenen met tijd

Eind tijd min de begin tijd is de tijd die je 

erover doet. 

Bij alle berekening met tijd ga je van de 

begin en eind tijd uit en kijk je wat er tussen 

zit.

Op welk moment van de dag is het?
13:47

1. ochtend
2. middag
3. avond
4. nacht

Hoe schrijf je kwart voor vier
's middags?

1. 15:15
2. 15:45
3. 16:45
4. 3:45

09:00

12:30

22:30

17:30

17:00

Sleep de klokken naar de juiste tijd.

5. Begeleid inoefenen

Geen of 1 vraag goed bij de mini-check -->

Dan maken we samen opdracht 22 en 26

6. Zelfstandig werken

Je maakt zelfstandig 15.1, opdracht 1 t/m 7, blz. 87 t/m 96

Ben je klaar?

Nakijken & verbeteren

Daarna ga je naar studiemeter startrekenen online - domein 3 meten en meetkunde - oefeningen - Tijd en temperatuur - oefeningen  klok

7. Evaluatie

Hoe ging de les?

Heb je nog vragen of vind je nog iets lastig? 

Lesdoelen: 

- kun je de eenheden van tijd benoemen?

- kun je aangeven hoe laat het op een analoge klok is?

- kun je aangeven hoe laat het op een digitale klok is?

8. Huiswerk & Toetsen

Huiswerk:

Woensdag 13 december

15.1 opdracht 1 t/m 7

Toetsen: