Hoofdstuk 1, paragraaf E Gedichten

Poëzie
Hoofdstuk 1, paragraaf E 
Gedichten

Je oefent met het aandachtig lezen van gedichten.
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Poëzie
Hoofdstuk 1, paragraaf E 
Gedichten

Je oefent met het aandachtig lezen van gedichten.

Slide 1 - Tekstslide

Wat valt volgens jullie onder poëzie?

Slide 2 - Woordweb

Poëzie
Verzamelnaam voor alle soorten gedichten.

Denk aan: rap, spoken word, dichten, versjes, liederen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Een gedicht
Een gedicht of vers is een (literaire) geschreven, gesproken of gezongen tekst die met klank, ritme of beelden een esthetisch of ander effect beoogt en naast de letterlijke nog een of meer andere symbolische betekenissen kan hebben. Een gedicht is door een dichter of dichteres bedacht en behoort tot de poëzie. 

Gedichten --> vaak vaste dichtvormen

Slide 6 - Tekstslide

Verschil tussen gedicht en verhaal

Een gedicht gaat over andere dingen dan een verhaal.

In een verhaal heb je een begin, een midden en een eind.
In een gedicht heb je alleen het gedicht.

In een gedicht:
  • verwoordt de dichter een gevoel/emotie of gedachte
  • laat een dichter je op een andere manier naar iets kijken,   zodat jij er over nadenkt.



Slide 7 - Tekstslide

Een gedicht moet zijn (kies er twee):
origineel, eentonig, afwisselend, creatief, rijmend, experimenteel, gevoelig, ongevoelig, opgewekt, aangrijpend, alledaags, speciaal, toegankelijk, moeilijk, makkelijk, geheimzinnig, helder, sfeervol.

Slide 8 - Open vraag

Wat heeft dit onderwerp (poëzie/gedichten) met het hoofdstuk 'overtuigingskracht' te maken?

Slide 9 - Open vraag

Aan de slag!
Wat? Maken opdracht 1 en 2 en 3 van hoofdstuk 1, paragraaf E
Hoe? Oefenboek blz. 22 en antwoorden in schrift.
Tijd? 25 minuten
Hulp? Zachtjes overleggen
Klaar? Kom een opdracht halen

Slide 10 - Tekstslide