Examentraining Mens en Omgeving

Vragen voor toets
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vragen voor toets

Slide 1 - Tekstslide

De kaarsen zijn rood

Slide 2 - Tekstslide

Zij vind ijsjes lekker

Slide 3 - Tekstslide

3+3 = 6

Slide 4 - Tekstslide

wat zijn voorbeelden van gedragsregel op het werk?

Slide 5 - Tekstslide

Om het omgaan met mensen gemakkelijk te laten verlopen zijn gedragsregels ontstaan. 
Hoe je in bepaalde situaties moet gedragen.





Jezelf voorstellen- passend taalgebruik
Houding
geen kauwgom

Slide 6 - Tekstslide

Regels voor zakelijk telefoongesprek.

Slide 7 - Tekstslide

rekenvraag: Hoe reken je dit uit?
Schoolplein is 30 bij 30 
Je moet hier tegels  voor bestellen.
Die kosten 3 euro per vierkante meter.

Slide 8 - Tekstslide

Schoonmaken

Slide 9 - Tekstslide

Waarom maken we schoon?
  • Bevordert de hygiëne, voorkomt ziektes
  • Verlengt de levensduur van het interieur
  • Een schone ruimte leeft/werkt prettiger

Slide 10 - Tekstslide

Micro-organismen

Kunnen mensen ziek maken.

- bacteriën

- virussen

- schimmels

Slide 11 - Tekstslide

Reinigingniveaus:
  • Ruw schoon (De ruimte kan schoner maar is niet nodig. Zoals een kelder, zolder of box)
  • Huishoudelijk schoon. (Ruimte lijkt schoon, al het zichtbare vuil is verwijderd.)
  • Smetschoon. (Heel erg schoon, er worden desinfecterende middelen gebruikt.Bijvoorbeeld operatiekamer of laboratorium)


Slide 12 - Tekstslide

Er zijn meerdere reinigingsniveaus. Zo is de operatiekamer van een ziekenhuis......
A
ruwschoon
B
huishoudelijk schoon
C
zakelijk schoon
D
smetschoon

Slide 13 - Quizvraag

Volgorde van schoonmaken
Juiste volgorde van schoonmaken:
  • Eerst droog, dan nat
  • Eerst het vuile werk, dan het minder vuile werk
  • Van boven naar beneden

Slide 14 - Tekstslide

Stap voor stap schoonmaken:
Stap 1: opruimen
Stap 2: stoffen met een stofdoek
Stap 3: stofzuigen of stofwissen met stofwisdoekjes
Stap 4: dweilen of moppen met water en sop

Slide 15 - Tekstslide

Schoonmaakregels:
Werk van boven naar beneden?
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Werk van vies naar schoon?
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Droog schoonmaken
  • Stofzuigen
  • Vegen
  • Stof afnemen

Slide 18 - Tekstslide

Nat schoonmaken
  • Dweilen
  • Moppen
  • Schrobben
  • Ramen zemen

Slide 19 - Tekstslide

Klamvochtig schoonmaken
  • Klamvochtig afnemen
  • Schoonmaken met een microvezeldoek
  • Stoomreinigen

Slide 20 - Tekstslide

Wat gebruik je bij nat schoonmaken?
A
bezem, plumeau
B
bezem, kruimeldief
C
dweil, mop, schrobber, spons
D
handschoenen

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Video

Waarom moet je de zakken leegmaken voordat je iets in de was doet?

Slide 23 - Tekstslide

Wat gebruik je bij droog schoonmaken?
A
stoffen, stofzuigen, vegen
B
schrobben
C
Dweilen, moppen
D
ramen zemen

Slide 24 - Quizvraag

Strijken
Waar start je mee als je gaat schoonmaken?
Welk product neem je eerst?

Slide 25 - Tekstslide

Milieuvriendelijk schoonmaakmiddelen
Biologisch afbreekbare schoonmaakmiddelen:
  • Ossengalzeep (verwijdert vlekken)
  • soda (vervanger van chloor)
  • groene zeep (allesreiniger en vlekverwijderaar)
  • schoonmaakazijn ( ontkalker, ramen wassen, vloeren)

Slide 26 - Tekstslide

Gevaarsymbolen
bijtend

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

 Microvezeldoek
Ook wel wonderdoeken genoemd

-Geen schoonmaakmiddel of sopje
-Doekje schraapt het vuil van het oppervlakte
- Wordt veel minder water gebruikt 
- Voordeel geen zware emmer met water
-Vloer kan met microvezel-vlakmop 

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Schoonmaakmaterialen
Zeem
trekker/ wisser
dweil/ mop
Ragebol
plumeau/ vederborstel
stofwisser
luiwagen/ schrobbezem

Slide 31 - Tekstslide


A
zeem
B
trekker
C
mop
D
schrobber

Slide 32 - Quizvraag

1
2
3
4
5
6
7
8
Klaarzetten van de toiletreiniger, hygienische reiniger, microvezeldoekje, emmer warm water.
Doe de juiste dosering van de hygienische reiniger in de sprayflacon.
Begin met de pot. Knijp zachtjes in de fles, en spuit de toiletreiniger onder de rand.
Borstel vervolgens in de rondte en laat de borstel in de pot staan.
Ondertussen met de hygienische reiniger sprayen op alle overige vlakken.
Dit zijn de deurklink, de wasbak, wc rolhouder, wandtegels, stortbak, wc deksel, wc bril en porselein daaronder
Daarna met het microvezeldoekje in dezelfde volgorde het gesprayde oppervlak afnemen.
Het microvezeldoekje naar behoefte tussentijds uitspoelen.
Vergeet het lichtknopje niet!
ls laatste de wc pot schoonmaken. De toiletreiniger heft goed kunnen inwerken.

Slide 33 - Sleepvraag

Slide 34 - Video

Instructiekaart stofwissen

Slide 35 - Tekstslide

Hiernaast zien we het gevarensymbool van...
A
Bijtend (corrosief)
B
Giftig
C
Explosief
D
Mileu gevaarlijk

Slide 36 - Quizvraag

Hiernaast zien we het gevarensymbool van...
A
Giftig
B
Bijtend (corrosief)
C
Explosief
D
Licht ontvlambaar

Slide 37 - Quizvraag

Wat is de betekenis van dit gevarensymbool?
A
explosief
B
schadelijk
C
toxisch (giftig)
D
milieugevaarlijk

Slide 38 - Quizvraag

Hiernaast zien we het gevarensymbool van...
A
Bijtend (corrosief)
B
Giftig
C
Mileu gevaarlijk
D
Irriterend

Slide 39 - Quizvraag

Wat is ergonomisch werken?

Slide 40 - Open vraag

Sanitair
  • badkamer, douche, toilet, wastafel

Slide 41 - Tekstslide

Aangepast Sanitair en hulpsysteem
trekkoord

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Video

SANITAIR

Slide 44 - Tekstslide

Wat is dagelijks onderhoud sanitair?
A
badkamer
B
woonkamer
C
vloer
D
toilet

Slide 45 - Quizvraag

Welk schoonmaak doekje is gemaakt van kunstmatig materiaal? Dit doekje heeft geen zeep nodig en heeft een sterachtige vezel.

Slide 46 - Open vraag

Ergonomische werkhouding

Slide 47 - Tekstslide

Welke 3 micro-organismen zijn er?

Slide 48 - Open vraag

Slide 49 - Tekstslide

Verder met PowerPoint 
Receptievaardigheden

Slide 50 - Tekstslide