Poëzie en muziek

Poëzie en muziek
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Poëzie en muziek

Slide 1 - Tekstslide

Overeenkomsten en verschillen

Wat zijn de overeenkomsten tussen muziek en poëzie?

Wat zijn de verschillen tussen muziek en poëzie?

Slide 2 - Tekstslide

Overeenkomsten:
- Taal
- Klanken (rijm)
- Ritme
- Spelen met taal
......

Slide 3 - Tekstslide

Verschillen:
Ritme/Metrum:
Popmuziek heeft een regelmatig ritme.
De maatsoort in popmuziek verandert meestal niet.

Het metrum in een gedicht is onregelmatiger,
het is afhankelijk van degene die het voordraagt
en het gedicht interpreteert. Hij/zij bepaalt op welke woorden meer of minder nadruk komt te liggen, waardoor het ritme bepaald wordt.

Slide 4 - Tekstslide

Verschillen:
Gedachtesprongen:
Songtekst: De tekst in een songtekst maakt weinig tot geen grote gedachtesprongen. Het is vaak duidelijk wat de boodschap van het popnummer is. Wanneer je naar de muziek luistert, begrijp je vaak gelijk wat de zanger/zangeres wil vertellen.
Gedicht: De tekst in een gedicht maakt vaak grotere gedachtesprongen dan in een lied. Een gedicht hoef je niet na één keer lezen te begrijpen, meestal moet je het een aantal keren lezen voordat de boodschap duidelijk wordt. De tekst van een gedicht krijgt door de gedachtesprongen vaak een mystiek karakter.

- Leeg vel papier
- Papier om de opdrachten op te maken

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

We luisteren naar twee nummers. Probeer te achterhalen wat de boodschap is die de artiesten proberen over te brengen. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Opdracht: van songtekst naar gedicht
1. Zoek een Nederlandse songtekst uit die je aanspreekt en bestudeer deze tekst goed. Wat is de boodschap of het verhaal in deze songtekst?
2. Gebruik de boodschap uit de songtekst die je hebt bestudeerd om een gedicht te maken.

Tips:
• Denk hierbij aan andere manieren om die boodschap te omschrijven.
• Gebruik bijvoorbeeld straattaal, dialect of juist oud Nederlands.
• Durf een beetje mysterieus te zijn en laat informatie weg door bijvoorbeeld niet te
beschrijven wie of wat je onderwerp van het gedicht is, laat een voorwerp het woord voeren of vertel niet waar het gedicht zich afspeelt. Pas op dat je niet té vaag wordt, want dan wordt je gedicht onbegrijpelijk.

Slide 11 - Tekstslide