Bezittelijk vnw

Le pronom possessif
classe 1 ; het bezittelijk voornaamwoord
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Le pronom possessif
classe 1 ; het bezittelijk voornaamwoord

Slide 1 - Tekstslide

Le pronom possessif
  • Bez. vnw geeft bezit aan: van wie iets is
bijv:
Mijn moeder
Onze hond
Hun ouders

Slide 2 - Tekstslide

Verschil NL - FRA
NL : 1 woord --> FRA: 2 of 3 woorden
mijn = mon, ma, mes
jouw = ton, ta, tes
zijn/haar = son, sa, ses
onze = notre, nos
jullie/uw = votre, vos
hun = leur, leurs

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Alors...
1. Kijk eerst of het zelfstandig naamwoord (bezit);
- mannelijk / vrouwelijk 
- enkelvoud / meervoud is

2. Leer het tabel uit je hoofd!


Slide 5 - Tekstslide

Jouw vader (père)
A
ton père
B
ta père
C
tes père
D
son père

Slide 6 - Quizvraag

Mijn zus (soeur)
A
mon soeur
B
ma soeur
C
mes soeur
D
sa soeur

Slide 7 - Quizvraag

Haar broer (frère)
A
son frère
B
ses frère
C
sa frère
D
mon frère

Slide 8 - Quizvraag

LET OP!
Wanneer een zelfstandig nmw met een klinker (a,e,i,o,u) / h  --> altijd mon,ton,son

Waarom is het niet: Ma amie (mijn vriendin)

Slide 9 - Tekstslide

Mijn vriendin (amie)
A
ma amie
B
mon amie
C
mes amie
D
ton amie

Slide 10 - Quizvraag

Hun pen
A
leur stylo
B
leurs stylo
C
notre stylo
D
nos stylos

Slide 11 - Quizvraag

Hun pennen
A
leur stylo
B
leurs stylos
C
notre stylo
D
nos stylos

Slide 12 - Quizvraag