Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
5.3 Stellingen, standpunten en argumenten
Stellingen, argumenten en standpunten
1 / 20
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo
Leerjaar 1-6
In deze les zitten
20 slides
, met
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Stellingen, argumenten en standpunten
Slide 1 - Tekstslide
Inhoud:
- Stelling
- Argument
- Standpunt
Slide 2 - Tekstslide
Stelling
Een stelling = een te bewijzen bewering
Met een stelling kan iemand het
eens
of
oneens
zijn.
Hierover is discussie mogelijk.
Slide 3 - Tekstslide
Hoe maak je een goede stelling?
Een goede stelling bevat
geen
:
Feiten
Argumenten
Ontkenningen
Slide 4 - Tekstslide
Geen feiten
Over een stelling moet gediscussieerd kunnen worden.
Over een feit is geen discussie mogelijk (want het is 'gewoon' zo)
Slide 5 - Tekstslide
Geen argumenten
Fout
: 'De doodstraf moet worden ingevoerd om de criminaliteit tegen te gaan'
'Om de criminaliteit tegen te gaan' is hier eigenlijk al een argument vóór het invoeren van de doodstraf.
De
goede
stelling is dus 'De doodstraf moet worden ingevoerd'.
Slide 6 - Tekstslide
Geen ontkenningen
Fout
: "De politieke partijen zouden niet..."
Goed
: "De politieke partijden zouden..."
Zo kun je duidelijker jouw standpunt toelichten.
Slide 7 - Tekstslide
Voorbeelden van goede stellingen
"Het WK Vrouwenvoetbal moet meer aandacht krijgen in Nederland"
.
"IQ testen moeten verboden worden"
"Alle bedreigde dieren moeten gekloond worden"
Slide 8 - Tekstslide
Standpunt
Een standpunt = een mening (wat iemand ergens van vindt)
Slide 9 - Tekstslide
Voorbeeld
Stelling: "De regering heeft een goed milieubeleid."
Standpunt
: "Ik vind dat de regering geen goed milieubeleid voert."
Standpunten herken je aan signaalwoorden als:
ik vind, volgens mij, kortom, alles bij elkaar genomen denk ik dat, dus.
Slide 10 - Tekstslide
Argument
Argument
= een aangevoerd feit in een discussie om een zienswijze te ondersteunen.
Of met andere woorden:
Onderbouwen van een standpunt.
Een reden
Slide 11 - Tekstslide
Voorbeeld
"Ik vind dat mensen minder vlees zouden moeten eten,
want
teveel vlees eten is niet goed voor de gezondheid.
Wel belangrijk is dat dit argument gebaseerd moet zijn op feiten, dus dat je hier onderzoek naar hebt gedaan!
Slide 12 - Tekstslide
Stellingen
- Kies voor of tegen en ga op de aangewezen plaats staan in het lokaal.
- Formuleer je standpunt.
- Bedenk argumenten.
Slide 13 - Tekstslide
Een vape moet 150 euro kosten.
Slide 14 - Tekstslide
Professionele voetbalwedstrijden mogen alleen nog maar zonder publiek gespeeld worden.
Slide 15 - Tekstslide
Schooluniformen moeten verplicht worden.
Slide 16 - Tekstslide
Docenten moeten "bedrijfskleding" gaan dragen.
Slide 17 - Tekstslide
Alle conducteurs in Nederland moeten uitgerust worden met een waterpistool.
Slide 18 - Tekstslide
Je ouders mogen altijd meekijken op je telefoon.
Slide 19 - Tekstslide
Alle cosmetische chirurgie moet vergoed worden.
Slide 20 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Stellingen, standpunten en argumenten
Maart 2023
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo
Leerjaar 1-6
5.3 Stellingen, standpunten en argumenten
Oktober 2023
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo
Leerjaar 1-6
Actualiteiten 17-5
Mei 2022
- Les met
29 slides
Mentorles
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Stellingen 1
Mei 2022
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo
Leerjaar 1-6
Stellingen 1
November 2022
- Les met
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo
Leerjaar 1-6
Les 1: Stellingen
Januari 2017
- Les met
14 slides
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo, mavo, havo
Leerjaar 1-6
Stellingen 2
April 2022
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo
Leerjaar 1-6
Les 2: Stellingen
Januari 2017
- Les met
19 slides
Mens & Maatschappij
Middelbare school
vmbo, mavo, havo
Leerjaar 1-6