Extra oefenen K3: tekstverbanden en signaalwoorden

Extra oefenen
signaalwoorden en tekstverbanden
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Extra oefenen
signaalwoorden en tekstverbanden

Slide 1 - Tekstslide

Welk tekstverband weet je nog?

Slide 2 - Woordweb

Welk signaalwoord weet je nog?

Slide 3 - Woordweb

Deze signaalwoorden komen vaak voor in zinnen of teksten

Slide 4 - Tekstslide

Wat is het tekstverband in deze zin? Mijn neefjes zijn een tweeling, maar ze zijn allebei anders.
A
tegenstelling
B
opsomming
C
voorbeeld
D
oorzaak - gevolg

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het tekstverband in deze zin? Rhiannah heeft een hond, ook een kat en 20 visjes in een aquarium.
A
tegenstelling
B
opsomming
C
reden
D
voorbeeld

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het tekstverband in deze zin? Fabian leert hard, omdat hij graag mooie cijfers wil halen.
A
tegenstelling
B
opsomming
C
reden
D
voorbeeld

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het signaalwoord in deze zin: Ik ga huiswerk maken, hoewel ik geen zin heb.

Slide 8 - Open vraag

Wat is het signaalwoord in deze zin: Dit gerecht is erg lekker. Bovendien is het gezond.

Slide 9 - Open vraag

Wat is het signaalwoord in deze zin: De gewonde vrouw deed een noodoproep via haar telefoon. Hierdoor kon ze snel geholpen worden.

Slide 10 - Open vraag

Wat is het signaalwoord in deze zin: Kortom, ik geloof er niets van.

Slide 11 - Open vraag

Eind
Klaar? Ga dan tot de bel gaat nog even oefenen in NUMO!

Slide 12 - Tekstslide