Grammar: Persoonlijke en Bezittelijke Voornaamwoorden
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1
In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Today ...
Vandaag gaan we de persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden bespreken.
Doel: aan het einde van de les weet je wat de persoonlijke - en bezittelijke voornaamwoorden zijn in het Engels. En je kunt deze op de juiste manier toepassen in een zin.
Slide 2 - Tekstslide
Een voorbeeld van een persoonlijk voornaamwoord in het Nederlands is:
A
hij
B
waar
C
huis
D
Susan
Slide 3 - Quizvraag
Uitleg ...
Een persoonlijk voornaamwoord gebruiken je in plaats van een zelfstandig naamwoord (een persoon, een dier, of een ding)...
Het meisje loopt - she walks
De jongen loopt - he walks
De kat loopt - it walks
Slide 4 - Tekstslide
Welke persoonlijke voornaamwoorden ken je al in het Engels?
Slide 5 - Open vraag
Uitleg ...
Slide 6 - Tekstslide
timer
2:00
I
you
he
she
they
we
it
Slide 7 - Sleepvraag
"Vertaal" naar een persoonlijk voornaamwoord: Susan
A
he
B
we
C
you
D
she
Slide 8 - Quizvraag
"Vertaal" naar een persoonlijk voornaamwoord: dog
A
he
B
it
C
you
D
I
Slide 9 - Quizvraag
"Vertaal" naar een persoonlijk voornaamwoord: my friends and I
A
I
B
they
C
we
D
you
Slide 10 - Quizvraag
"Vertaal" naar een persoonlijk voornaamwoord: my teachers