9.3 gevolgen van onveiligheid en criminaliteit

§9.3 Gevolgen van onveiligheid en criminaliteit
• Je kunt onderscheid maken tussen materiele en immateriële gevolgen van criminaliteit.
• Je kunt de verschillende gevolgen van criminaliteit uiteenzetten.
• Je kent de doelen van straffen en kunt deze herkennen in een bron.
• Je kunt de verschillende mediahypothesen toepassen in een vreemde context. 

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

§9.3 Gevolgen van onveiligheid en criminaliteit
• Je kunt onderscheid maken tussen materiele en immateriële gevolgen van criminaliteit.
• Je kunt de verschillende gevolgen van criminaliteit uiteenzetten.
• Je kent de doelen van straffen en kunt deze herkennen in een bron.
• Je kunt de verschillende mediahypothesen toepassen in een vreemde context. 

Slide 1 - Tekstslide

Pagina 176

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Materiële en immateriële schade
We onderscheiden twee soorten gevolgen van criminaliteit:
  • Materiële gevolgen: 
schade en het verlies van bezittingen
  • Immateriële gevolgen: 
gevoel en beleving van slachtoffers, 
zoals trauma en reputatieschade.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen voor.. 
Slachtoffers

  • Slachtofferhulp
praktische en psychologische hulp.
  • Functionerings
problemen door emoties.
Verdachten en daders

  • Emotionele schade en reputatie schade.
  • Somberheid door vrijheidsbeperking.
  • Relaties met sociale contacten geschaad.
Samenleving

  • Ontwrichtend.
  • Foute rolmodellen.
  • Stereotyperende werking. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Straffen
De straf die wordt opgelegd na een strafbaar feit heeft verschillende doelen.
  1. Vergelding 
  2. Afschrikking
  3. Speciale preventie
  4. Resocialisatie 
  5. Bescherming van de samenleving

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel 1: Vergelding
  • Als je de wet overtreedt, verdien je straf.
  • Voorkomen van eigenrichting (rechter geeft straf).

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel 2: Afschrikking
  • Hoge straffen zullen ervoor zorgen dat mensen minder snel misdaden plegen.
  • Wordt ook wel 'generale preventie' genoemd: voor iedereen geldend. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel 3: Speciale preventie
  • Moet recidive voorkomen.
  • Gericht op het individu: dader moet zelf leren van de fouten. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel 4: Resocialisatie
  • De straf moet zorgen dat een dader niet nog een keer in de fout gaat.
  • Heropvoeding zodat 
iemand kan leren van 
zijn fouten.
  • Opnieuw de normen 
van de samenleving leren.


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel 5: Bescherming van de samenleving

  • Door de straf (bijv. lange opsluiting) wordt de samenleving beschermd tegen de dader.
  • Vooral voor bepaald soort daders (recidive, ernstig risico voor de samenleving).

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht: De rechter
  •  Lees de drie zaken gezamenlijk door.
  • Besluit welke staf jullie gepast vinden.
  • Beredeneer welk doel van straffen daar bij hoort.
timer
10:00

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§9.3 Gevolgen van onveiligheid en criminaliteit
• Je kunt onderscheid maken tussen materiele en immateriële gevolgen van criminaliteit.
• Je kunt de verschillende gevolgen van criminaliteit uiteenzetten.
• Je kent de doelen van straffen en kunt deze herkennen in een bron.
• Je kunt de verschillende mediahypothesen toepassen in een vreemde context. 

Slide 14 - Tekstslide

Pagina 176

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rol van de media
  • Media spelen een rol in onze beeldvorming over veiligheid.
  • Meervoudige berichten over een onderwerp, kunnen een perceptie van onveiligheid creëren.
  • Beeldvorming kan invloed hebben op de kloof tussen objectieve en subjectieve veiligheid.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rol van de media
Er zijn verschillende hypothesen over de rol van de media in de beeldvorming over criminaliteit:
 
  • Cultivatiehypothese: het beeld van de werkelijkheid wordt beïnvloedt als mensen veel over een onderwerp kijken of lezen.

  • Opinieleidershypothese: mensen nemen normen, waarden en gedragingen over van invloedrijke personen, opinieleiders.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rol van de media
  • Mediaframing hypothese: mediamakers kiezen altijd voor een bepaalde invalshoek

  • Selectiviteitshypothese: het idee dat mensen graag nieuws lezen of kijken dat hun mening bevestigt (selectieve keuze) en uit berichten datgene oppikken dat aansluit bij hun referentiekader (selectieve perceptie)

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Heeft het kijken van 'oplichters aangepakt!'
invloed op het gevoel van veiligheid?

1. Ja, maar alleen als je vaak naar dit soort programma’s kijkt.

2. Ja, maar alleen als het beeld dat geschetst wordt aansluit bij de opvattingen die je al hebt over bijvoorbeeld het stelen van identiteit.

KOPPEL DE THEORIE AAN DE UITSPRAAK:
1=.....  2=.... 
3. Gaat het om subjectieve of objectieve veiligheid?
4. Van welke bedreigingsaard zijn oplichters?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Medialogica

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Manieren om criminaliteit te meten 
1. Politiestatistieken 
Cijfers over strafbare feiten die bekend zijn bij de politie 
2. Slachtofferonderzoek 
Mensen ontvangen bijvoorbeeld een enquête waarin ze kunnen aangeven of ze slachtoffer zijn geweest van bepaalde misdrijven 
3. Daderonderzoek
Hierbij ontvangen mensen ook een enquête, maar kunnen zij zelf invoeren of ze wel of niet een delict hebben gepleegd 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

§9.3 Gevolgen van onveiligheid en criminaliteit
• Je kunt onderscheid maken tussen materiele en immateriële gevolgen van criminaliteit.
• Je kunt de verschillende gevolgen van criminaliteit uiteenzetten.
• Je kent de doelen van straffen en kunt deze herkennen in een bron.
• Je kunt de verschillende mediahypothesen toepassen in een vreemde context. 

Slide 22 - Tekstslide

Pagina 176

Mediaframing en de Gazastrook

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Link

Deze slide heeft geen instructies