Voorbereiding 6V

Voorbereiding V6 AK
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Voorbereiding V6 AK

Slide 1 - Tekstslide

AK-vaardigheden
Kijk het filmpje op de volgende slide over schaalniveaus en dimensies

Slide 2 - Tekstslide

7

Slide 3 - Video

AK-vaardigheden
Schaalniveau's 
Dimensies
Lokaal
Sociaal-cultureel
Regionaal
Politiek
Nationaal
Economisch
Continentaal
Demografisch
Mondiaal
Fysisch
Komt 100% terug in alle examens!

Slide 4 - Tekstslide

00:55
Er zijn 5 schaalniveau's.
Welk onderstaande antwoord is geen juiste benaming voor één van de schalen?

A
Regionale schaal
B
Nationale schaal
C
Lokale schaal
D
Internationale schaal

Slide 5 - Quizvraag

01:47
Even checken...
Welk schaalniveau is een provincie?
A
Lokale schaal
B
regionale schaal
C
mondiale schaal
D
continentale schaal

Slide 6 - Quizvraag

02:04
Welke is GEEN dimensie?
A
Sociaal culturele dimensie
B
Politieke dimensie
C
Interpersoonlijke dimensie
D
Economische dimensie

Slide 7 - Quizvraag

03:00
Even checken...
Klimaat hoort bij...
A
Fysische dimensie
B
Demografische dimensie
C
Economische dimensie
D
Politieke dimensie

Slide 8 - Quizvraag

03:00
Even checken...
Sterftecijfer hoort bij...
A
Sociaal culturele dimensie
B
Demografische dimensie
C
Economische dimensie
D
Politieke dimensie

Slide 9 - Quizvraag

01:47
Even checken...
Welk schaalniveau is een dorp?
A
Lokale schaal
B
regionale schaal
C
mondiale schaal
D
continentale schaal

Slide 10 - Quizvraag

01:47
Even checken...
Welk schaalniveau is een werelddeel?
A
Lokale schaal
B
regionale schaal
C
mondiale schaal
D
continentale schaal

Slide 11 - Quizvraag

Domein B: Wereld 
Programma les: 
  1. Vragen over begrippen en de stof
  2. Oefenen examenopgaven

Slide 12 - Tekstslide

Welk woord hoort bij deze definitie:
Verspreiding van een verschijnsel van gebied tot gebied of binnen bevolkingsgroepen.
A
Globalisering
B
Diffusie
C
Global village
D
Blokvorming

Slide 13 - Quizvraag

Welk woord hoort bij deze definitie:
Alle schakels in het productieproces, vanaf het winnen van de delfstoffen of het voortbrengen van de landbouwproducten tot aan de verkoop van de eindproducten.
A
Afstandsverval
B
Fragmentarische modernisering
C
Productieketen
D
Nieuwe internationale arbeidsverdeling

Slide 14 - Quizvraag

Welk woord hoort bij deze definitie:
De index van de menselijke ontwikkeling of de human development index is een samengestelde indicator die het bnp per inwoner, het analfabetisme, het onderwijs en de levensverwachting in een land weergeeft.
A
BBP
B
Spreadeffect
C
Globaliseringsindex
D
VN-Ontwikkelingsindex

Slide 15 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen een transnationaal en een mondiaal netwerk?
A
Transnationaal is tussen meerdere verschillende landen, mondiaal is de hele wereld.
B
Transnationaal is tussen twee landen, mondiaal is de hele wereld.

Slide 16 - Quizvraag

Welke drie landen/gebieden horen bij de triade?
A
Canada, Taiwan en Europa
B
VS, Taiwan en Europa
C
VS, Canada en Japan
D
VS, Japan en Europa

Slide 17 - Quizvraag

In de toekomst zal het politieke en economische zwaartepunt verder gaan verschuiven. Dit heet de global shift. Waar zal het zwaartepunt heen gaan?
A
Westen van Azië
B
Oosten van Azië
C
Zuid-Amerika
D
Noord Afrika

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de afkorting van bedrijven die wereldwijd vestigingen hebben?

Slide 19 - Open vraag

Welk woord hoort bij deze definitie:
Het proces van opwaardering van een verarmde wijk op sociaal, cultureel en economisch gebied door instroom van kaptiaalkrachtige nieuwe bewoners, waarbij de armlastige bewoners uit het stardsdeel worden verdreven.
A
Edge city
B
Sociale polarisatie
C
Gentrification
D
Ruimtelijke segregatie

Slide 20 - Quizvraag

Kosmopolitisme
Metropool
Hub en spokenetwerk
Creatieve stad 
Wereldstad waarin alle stedelijke functies vertegenwoordigd zijn en die een belangrijke functie vervult voor een uitgetrekt gebied of land. 
Stad met relatief sterke vertegenwoordiging van de creatieve sector. 
Het gevoel van verbondenheid met de mensheid in het algemeen (meer dan je nationale/regionale identiteit) 
Samenhangend geheel van verkeers- en communciatieknooppunten en verbindingen. 

Slide 21 - Sleepvraag

Als je de dimensies Economie, Cultuur en Politiek moest verdelen over de drie steden. Hoe zou je ze dan verdelen? 
Washington
Los Angeles
New York
Economie
Politiek
Cultuur

Slide 22 - Sleepvraag

Examenvraag 1
Lees de bron: 

Slide 23 - Tekstslide

Geef aan dat de huidige handelsrelatie tussen Groot-Brittannië en India
niet meer past in de traditionele centrum-periferieverhoudingen.

Slide 24 - Open vraag

Examenvraag 1 - Antwoord
Uit het antwoord moet blijken dat bedrijven uit een perifeer / voormalig
koloniaal land, eigenaar zijn geworden van bedrijven uit een centrumland
(terwijl dat in de traditionele centrum-periferieverhoudingen juist andersom
was).

Slide 25 - Tekstslide


In het verleden hebben veel Britse bedrijven hun callcenters en helpdesks
verplaatst naar India. De laatste jaren halen zij deze werkzaamheden
vaak weer terug naar Groot-Brittannië.
Geef twee redenen waarom Britse bedrijven dit doen.

Examenvraag 2

Slide 26 - Open vraag

Examenvraag 2 - Antwoord
Juiste redenen zijn:
− Het verschil tussen de lonen in Groot-Brittannië en India is minder groot geworden.
− De afhandeling van vragen / administratie / serviceverlening is efficiënter / beter wanneer dit in het eigen land gebeurt.
− In Groot-Brittannië zijn regio’s met een relatief hoge werkloosheid.

Slide 27 - Tekstslide

Domein E: Leefomgeving
Programma les:
  1. Vragen over begrippen en de stof
  2. Oefenen examenopgaven

Slide 28 - Tekstslide

Domein E: Leefomgeving
Onderdeel 1: Water 

Slide 29 - Tekstslide

Op sommige plaatsen is de duinenrij weg. Welke soort verdediging is dan nodig?
A
een eilandenrij
B
dynamische kustverdediging
C
zachte kustverdediging
D
harde kustverdediging

Slide 30 - Quizvraag


Op de foto zie je?
A
Strandsuppletie
B
Zandmotor
C
Vooroeversuppletie
D
Harde kustverdediging

Slide 31 - Quizvraag

Hier mengt zoet water met zout water
A
Waddenkust
B
Estuarium
C
Duinkust
D
Harde kust

Slide 32 - Quizvraag

Kenmerkend voor wadden is ...
A
veel sedimentatie en ze vallen droog
B
veel sedimentatie en altijd onder water
C
veel erosie en ze vallen droog
D
veel erosie en altijd onder water

Slide 33 - Quizvraag

Welke stap in de drietrapsstrategie hoort bij: het aanleggen van noodoverloopgebieden?
A
vasthouden
B
bergen
C
afvoeren

Slide 34 - Quizvraag

Bij welke stap van de drietrapsstrategie past de afbeelding?
A
Bergen
B
Vasthouden
C
Afvoeren

Slide 35 - Quizvraag

winterbed
binnendijks
buitendijks
zomerdijk
winterdijk
zomerbed
krib
uiterwaard

Slide 36 - Sleepvraag

Winterdijk
Zomerdijk
Uiterwaard
Kribben
Komgronden
Oeverwal

Slide 37 - Sleepvraag

Welke dijk is hoger?
A
Winterdijk
B
Zomerdijk

Slide 38 - Quizvraag

Domein E: Leefomgeving
Onderdeel 2: Stad

Slide 39 - Tekstslide

Wat is een Vinexwijk?
A
nieuwbouw ver van de stad
B
nieuwbouw dichtbij de stad
C
oude vieze wijken
D
een woonwijk

Slide 40 - Quizvraag

Wat is geen overeenkomst tussen stadsvernieuwing en herstructurering?
A
Kan dienen als oplossing voor verkrotting
B
er vindt renovatie plaats
C
er vindt sanering plaats
D
Er komen mensen met hogere inkomens wonen

Slide 41 - Quizvraag

Wat is sociale cohesie?
A
concurrentie
B
discriminatie
C
samenhang
D
veiligheid

Slide 42 - Quizvraag

Verhuizen naar de stad
Vertrekken uit de stad
Vervallen wijken opknappen
Gezinnen met jonge kinderen
Jonge mensen met een baan
Werkzoekenden of studenten

Slide 43 - Sleepvraag

Nog meer voorbereiden?
Dit zou je kunnen doen:
  • Oefenopgaven maken. Kwizls of Examenblad.nl 
  • Lees samenvattingen door of maak je eigen samenvatting
  • Plaatjes kijken - Powerpoints
  • Schema's maken -> Syllabus !!!
  • Bekijk video's op youtube, bijvoorbeeld van "Aardrijkskunde kennisclips" of  "Digistudies"

Slide 44 - Tekstslide