Vocabulary Theme 3

Wat is het Nederlands voor
describe
A
lachen
B
twijfelen
C
beschrijven
D
bedoelen
1 / 23
volgende
Slide 1: Quizvraag
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Wat is het Nederlands voor
describe
A
lachen
B
twijfelen
C
beschrijven
D
bedoelen

Slide 1 - Quizvraag

Wat is het Nederlands voor
doubt
A
lachen
B
twijfelen
C
beschrijven
D
bedoelen

Slide 2 - Quizvraag

Wat is het Nederlands voor
mean
A
lachen
B
twijfelen
C
beschrijven
D
bedoelen

Slide 3 - Quizvraag

Wat is het Nederlands voor
laugh
A
lachen
B
twijfelen
C
beschrijven
D
bedoelen

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het Engels voor
grappig
A
serious
B
smartly
C
proud
D
funny

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het Engels voor
trots
A
serious
B
smartly
C
proud
D
funny

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het Engels voor
serieus
A
serious
B
smartly
C
proud
D
funny

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het Engels voor
netjes
A
serious
B
smartly
C
proud
D
funny

Slide 8 - Quizvraag

zet de volgende zin in het Engels
'Ik heb een nieuwe broek en sportschoenen'

Slide 9 - Open vraag

wat betekent 'message' in het Nederlands?

Slide 10 - Open vraag

Wat is dit in het
Engels?

Slide 11 - Open vraag

Wat betekent deze zin:
'I am in shape, but looks aren't everything'

Slide 12 - Open vraag

Wat is het Engels voor
'eraan herinneren'
A
remind
B
deserve
C
describe
D
decent

Slide 13 - Quizvraag

toe
wrist
back
shoulder
chest
stomach
elbow
ankle

Slide 14 - Sleepvraag

mouth
tooth
jaw
throat
brain

Slide 15 - Sleepvraag

Wat is het Nederlands voor
'achievement'
A
beweging
B
prachtig
C
prestatie
D
bijnaam

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het Nederlands voor
'move'
A
beweging
B
prachtig
C
prestatie
D
bijnaam

Slide 17 - Quizvraag

Wat is het Nederlands voor
'nickname'
A
beweging
B
prachtig
C
prestatie
D
bijnaam

Slide 18 - Quizvraag

Wat is het Nederlands voor
'gorgeous'
A
beweging
B
prachtig
C
prestatie
D
bijnaam

Slide 19 - Quizvraag

wat is het Engels voor:
voorzichtig
A
careful
B
hasty
C
gorgeous
D
nasty

Slide 20 - Quizvraag

wat is het Engels voor:
haastig
A
careful
B
hasty
C
gorgeous
D
nasty

Slide 21 - Quizvraag

wat is het Engels voor:
naar
A
careful
B
hasty
C
gorgeous
D
nasty

Slide 22 - Quizvraag

herstellen
lengte
verpesten
bibliotheek
verdienen
verschrikkelijk
deserve
height
library
recover
ruin
twist
terrible
verrekken

Slide 23 - Sleepvraag