Mannelijk voortplantingsorgaan

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

Relaties en seksualiteit

Voorplantingsstelsel van de man

Geslachtskenmerken

Primair:

het is er al bij de geboorte

Secundair:

 het ontstaat in de puberteit

Lichamelijke veranderingen vinden plaats o.i.v. hormonen.

Hormoonklieren: Klieren die de hormonen (stoffen) produceren. Ze geven de hormonen af aan het bloed.  

Hormonen: Stoffen die allerlei processen in het lichaam regelen

Primaire en secundaire geslachtskenmerken

Wanneer kun je de primaire geslachtskenmerken bij de mens zien?

1. Vanaf de geboorte
2. Tijdens de puberteit
3. Als de mens volwassen geworden is
4. Deze zie je niet

Veranderen

Je verandert in je eigen tempo.

Lichamelijke veranderingen komen niet allemaal tegelijk.

Sommige jongens krijgen geen borsthaar en sommige mannen hebben weinig baardgroei.

Sommige meisjes zijn voor het eerst ongesteld als ze 11 jaar zijn, anderen

als ze 16 jaar zijn.

Onzeker zijn

De veranderingen kunnen je onzeker maken over bijv.

- de grootte van de penis of de borsten

- over je uiterlijk in het algemeen

- of je erbij hoort

Wat klopt er NIET

1. Je wordt geboren met primaire geslachtskenmerken
2. primaire geslachtskenmerken krijg je in de puberteit
3. een secundair geslachtskenmerk is baardhaar
4. vagina en de penis zijn primaire geslachtskenmerken

Lesdoelen

Je kan de onderdelen van het voortplantingsorgaan van een man benoemen.

Je kan ook de functies van deze onderdelen benoemen.

Je kan ook in een afbeelding deze onderdelen herkennen.

Wat gaan we doen?

- Het voortplantingsstelsel

- Functies en kenmerken

- De penis

- Erectie

- Zaadlozing

Welke onderdelen van het voortplantingsstel van de man ken je?

In de puberteit beginnen je voortplantingsorganen te werken.

Dan komt ook de eerste zaadlozing.

Wat is nummer 2 en 3

1. 2: urinebuis en 3: eikel
2. 2: urineleider 3: eikel
3. 2: urineleider 3: urinebuis
4. 2: urinebuis 3: voorhuid

Functies en kenmerken

1. Zwellichaam: deze vullen zich met bloed. Waardoor de die groot en stijf wordt.
2. Urinebuis: bij een zaadlozing komt het sperma door de urinebuis naar buiten. de urinebuis voert ook urine af.
3. Eikel: dit is de top van de penis. Deze is erg gevoelig. Het aanraken van de eikel is vaak een prikkel. 
4. Voorhuid: dunne huidplooi over de eikel.
5. Urineblaas: hierin wordt urine tijdelijk opgeslagen

Functies en kenmerken

6. Zaadblaasjes: geeft vocht af aan de zaadcellen.
 7.Prostaat: de prostaat voegt vocht toe aan zaadcellen. Vocht + zaadcellen is sperma. 
8. Zaadleiders: vervoeren zaadcellen
9. Bijbal: opslag van zaadcellen
10. Teelbal: produceert elke dag miljoenen zaadcellen
11. Balzak: de temperatuur ligt lager dan in de buikholte. Dit is gunstig voor de zaadcellen

Vervoert de urine naar de urineblaas

Slaat de urine tijdelijk op

Via deze buis verlaat de urine het lichaam

Urinebuis

Urineleider

Urineblaas

De penis

Hygiëne is erg belangrijk. Dit voorkomt ontstekingen. 

Soms wordt de voorhuid weggesneden, dat noem je besnijden. 

Erectie

De penis hangt meestal slap maar hij kan ook groot en stijf worden. Als die stijf is heet het ook wel een erectie. De zwellichamen vullen zich met bloed. Daardoor wordt de penis stevig en komt hij naar voren/omhoog.

Zaadlozing

Een zaadlozing geeft een man een lekker gevoel. Dit noem je klaarkomen of het krijgen van een orgasme. 

Zelfbevrediging/masturbatie: zorgt er zelf voor dat hij klaarkomt.

Gemiddeld krijgt een jongen rond zijn 13de zijn eerste zaadlozing.

Vullen de zwellichamen zich met bloed voor de erectie?

Sperma bestaat uit

1. Zaadcellen en vocht uit de urinebuis en prostaat
2. Zaadcellen en vocht uit de zaadblaasjes en prostaat
3. Zaadcellen en vocht uit de zaadblaasjes en balzak
4. Zaadcellen, vocht en voedingstoffen uit de zaadblaasjes en vocht uit de prostaat