havo 4 - W.48: Wortstellung

Herzlich willkommen!
Handys ins Hotel &
Schulsachen auf den Tisch!
Herzlich willkommen!
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Herzlich willkommen!
Handys ins Hotel &
Schulsachen auf den Tisch!
Herzlich willkommen!

Slide 1 - Tekstslide

Herzlich willkommen!
Heute im Unterricht:
- Fußball Weltmeister
- Grammatik Wiederholung via Lesson Up
- Na Klar!
     - üben



Handys ins Hotel &
Schulsachen auf den Tisch!

Slide 2 - Tekstslide

Wortstellung: Adverbien

toen
voordat
omdat
dat
of








.
hoewel
sinds
terwijl
wanneer







als
bevor
da
weil
dass
ob
obwohl
seit
seitdem
während
wenn

Slide 3 - Sleepvraag

Richtige Wortstellung?

Sie 
.
besucht
mich
nicht,
weil
keine
Lust
hat
sie

Slide 4 - Sleepvraag

Richtige Wortstellung? 

Ich weiß,
.
dass
ich
beim
Autofahren
gut
aufpassen
muss

Slide 5 - Sleepvraag

Herzlich willkommen!
An die Arbeit
Lektion 3
     - Arbeitsblatt Adverbien (hoofdzin & bijzin) 
     - Übungen 22, 23

Slide 6 - Tekstslide

Herzlich willkommen!
Wortstellung von Verben
Wat is de hoofdzin en wat is de bijzin?

Ik weet, dat zij niet mag komen.

Ik hoop, dat je met mij wil winkelen.

Ik ben blij, omdat je ook kunt komen. 

Slide 7 - Tekstslide

Herzlich willkommen!
Wortstellung von Verben
Welke zin is goed geschreven?

Hij is ermee gestopt vanwege zijn werk.
Hij is vanwege zijn werk daarmee gestopt.

Slide 8 - Tekstslide

Herzlich willkommen!
Wortstellung von Verben
De regels:
  • samengesteld werkwoord of werkwoorden die bij het gezegde horen --> persoonsvorm vooraan in de zin. 
  • z.B. Ich gehe gerne mit  meinen Freunden aus.
  • Twee hele werkwoorden aan het eind van de zin? --> modale werkwoord altijd achteraan
  • Ich habe es noch nicht zahlen können.

Slide 9 - Tekstslide

Herzlich willkommen!
Wortstellung von Verben
De regels:
  • samengestelde zin: hoofdzin + bijzin --> keuze van werkwoord niet vrij
  • persoonsvorm in de bijzin moet achteraan staan
  • z.B. Ich weiß, dass sie nicht kommen darf.
  • z.B. Ich hoffe, dass du mich besuchen willst.

Slide 10 - Tekstslide