2HV - Jodendom 1.2

1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
GodsdienstMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wat is diaspora
A
vervolgen
B
vernietigen
C
verstrooiing
D
vermengen

Slide 6 - Quizvraag

Welke naam gebruikten Joden voor Amsterdam
A
Mokum
B
Shalom
C
Jeruzalem van het westen

Slide 7 - Quizvraag

Wat betekent 'Mokum'?
A
Thuis
B
Vrijheid
C
De stad
D
Schuilplaats

Slide 8 - Quizvraag

In welke 2 landen wonen de meeste Joden? Hoeveel procent van de Joden woont hier ongeveer?

Slide 9 - Open vraag

In welk Europees land wonen de meeste Joden?

Slide 10 - Open vraag

In welke 2 Europese hoofdsteden wonen de meeste Joden?

Slide 11 - Open vraag

Bespreken 
Opdracht 3a (blz. 9 - wegen van de Thora)

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Ik ben Joods kan betekenen....

Slide 15 - Woordweb

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide


Wat maakt iemand Joods?
A
Als hij zich bekeert tot het Jodendom
B
Als zijn moeder Joods is.
C
Als iemand van Joodse afkomst is en in het Jodendom gelooft.
D
A, B en C zijn alle drie waar

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Joden geloven in iemand die komt, en degene die zal komen wordt ______ genoemd
A
Jezus
B
Mozes
C
Abraham
D
Messias

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Welke betekenis heeft de Tora voor het orthodoxe jodendom?
A
Het bevat de menselijke uitleg van Gods richtlijnen.
B
Het is een geschiedenisboek met gegevens over de gebeurtenissen uit het verleden.
C
Het is een soort grondwet voor het dagelijkse leven.
D
Het is vooral een kookboek met recepten voor joodse feesten.

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Tekstslide

Noem 2 dingen waaraan je op straat een orthodox Joodse man kan herkennen

Slide 30 - Open vraag

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Welke uitspraak is niet waar voor orthodoxe Joden
A
Regels moet je vertalen/interpreteren
B
Regels moet je radicaal navolgen
C
Je moet je volgens de regels kleden
D
Mannen en vrouwen zitten gescheiden in de synagoge

Slide 33 - Quizvraag

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Noem 1 overeenkomst en 1 verschil tussen liberale en orthodoxe Joden.

Slide 37 - Open vraag

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video

Noem 2 verschillen tussen het Kalsbeek en het Cheider

Slide 40 - Open vraag

Slide 41 - Tekstslide