Herhaling Moduletheorie Gelaat

Herhaling Moduletheorie Gelaat
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
SchoonheidsverzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhaling Moduletheorie Gelaat

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De normale huid
Huidkenmerken
  • talgklieren produceren een normale hoeveelheid talg
  • poriën zijn normaal van structuur

Uiterlijke kenmerken
  • huid is zacht, veerkrachtig, gaaf en fris van kleur
  • neus en kin kunnen een iets vetter en daardoor licht glanzend zijn


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De droge huid / sebostase
Huidkenmerken
  • talgklieren produceren te weinig talg
  • hoornlaag is dun
  • poriën zijn fijn van structuur

Uiterlijke kenmerken
  • huid is droog en vaak schilferig (door talgtekort)

Overige kenmerken
  • gevoelig voor invloeden van buitenaf, zoals warmte en kou

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De vette huid / seborrhoe
Huidkenmerken
  • talgklieren produceren te veel talg
  • hoornlaag is dik
  • poriën zijn grof en rond

Uiterlijke kenmerken
  • huid is stevig en kan glimmen
  • een sterk verhoornde huid voelt stug en hard
  • soms schilferig door een verdikte hoornlaag

Overige kenmerken
  • vatbaar voor onzuiverheden: er kunnen comedonen en acné ontstaan

Seborrhoe sicca / seborrhoe oleosa




Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De gecombineerde huid
Huidkenmerken
  • talgproductie varieert: op sommige plaatsen te veel en andere plaatsen te weinig
  • vertoont kenmerken van zowel vette, droge of normale huid

Uiterlijke kenmerken
  • vertoont uiterlijke kenmerken van zowel vette als droge, normale of gevoelig huid


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontharingsmethoden
  • Tijdelijke ontharingsmethoden              depileren en epileren
  • Definitieve ontharingsmethoden            Elektrisch ontharen en ontharen met lichtflitsen/laser. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Epileren en harsen
  • tijdelijke ontharing
  • haarschacht en haarwortel
  • resultaat afhankelijk van haargroeifases  

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Definitieve ontharingsmethoden

  • Elektrisch ontharen 
    Diathermiemethode    
    Blendmethode
  • Ontharen middels lichtflitsen/laser  

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Haargroeifase
  1. Anagene fase = groeifase
  2. Katagene fase = overgangsfase
  3. Telogene fase = rustfase

Langste fase - anagene fase
  • 2 - 25 jaar
Kortste fase - katagene fase
  • enkele weken

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spierbevestiging
  • Begin van een spier noem je oorsprong.
  • Einde van een spier noem je aanhechting.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorhoofdspier 
O: Schedelpeesblad
A: Wenkbrauwen en neuswortel
W: Trekt wenkbrauwen omhoog

Veroorzaakt horizontale voorhoofdsrimpels

Is mimische spier


Slide 11 - Tekstslide

Musculus Frontalis
A; aan de huid van wenkbrauwen en neuswortel
Verbazing
Oorsprong:
aan het schedelpeesblad
Aanhechting:
aan de huid bij de wenkbrauwen en neuswortel
Werking:
trekt de wenkbrauwen omhoog
veroorzaakt horizontale voorhoofdsrimpels
Spieren bewegen maar naar één kant
Elke spier heeft een tegenovergestelde spier.
Antagonistisch paar (buig & strekspier)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wenkbrauwrimpelaar
O: Neusdeel voorhoofdsbeen.

A: Midden boven wenkbrauwen.

W: Trekt wenkbrauwen naar binnen en omlaag.

Verticale voorhoofdsrimpels


Slide 13 - Tekstslide

Musculus Corrugator Supercili
Boos kijken
Verticale voorhoofdsrimpels, vooral boven de neus
Oorsprong:
aan het neusdeel van het voorhoofdsbeen
Aanhechting:
aan de huid midden boven de wenkbrauwen
Werking:
trekt de wenkbrauwen naar binnen en omlaag
veroorzaakt verticale voorhoofdsrimpels, vooral boven de neus
Huidaandoeningen overzicht
Huidveranderingen (efflorescenties)

Huidafwijkingen van: talgklier - zweetklier - haar 

Huidaandoeningen door: 
- bacteriën - virussen - schimmels

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Acne 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verbinding spieren
Origo = Spieroorsprong / beginpunt van een spier
Insertio = Spieraanhechting / eindpunt van een spier
Bij spiercontractie is de aanhechting het bewegende deel

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Acne vulgaris
Jeugdpuistjes
-comedonen acne
-inflammatoire acne

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dieptereinigingen 
  • Peeling
  • Lysing
  • Scrubcrèmes
  • Fruitzuren

Slide 18 - Tekstslide

Nadelen verdikte hoornlaag:
Huiddoorbloeding vertraagd -> belemmert celdeling
Huid reageert minder snel op prikkels en vermindert het opnamevermogen.
Diepte reininging: dode opperhuidcellen verwijderen -> hoornlaag dunner, comedonen en milia beter verwijderen. Er ontstaan minder snel nieuwe onzuiverheden door de hoornlaagverdunning omdat de talg beter afgevoerd kan worden naar de oppervlakte.
Er zijn kant en klare producten en poedervormige producten die je aan moet maken met water.

Peeling

  • Eiwit splitsend en schurende stoffen
Tekst

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lysing
Indicaties                                                               
                                                                      
oudere, verslapte huid
roodheden
actieve acne 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies