In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
De Middeleeuwen
6.2 Karel de Grote, vader van Europa
Slide 1 - Tekstslide
Tijd van monniken en ridders (500 - 1000)
In het wit zie je een helm, zoals ridders die droegen. Op de achtergrond zie je een deel van een klooster. Ridderschap en de christelijke kerk horen bij de Tijd van monniken en ridders.
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen wat de rol van Karel de Grote was in de vroege middeleeuwen.
Slide 3 - Tekstslide
Leervragen
1. Ik kan uitleggen waarom Karel de Grote tot keizer gekroond werd
2. Ik kan het feodale stelsel beschrijven
3. Ik kan bewijzen dat Karel de Grote aandacht had voor het christendom, onderwijs en kunst
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Onrustige tijden in Europa
500-800
Na de val van het West-Romeinse Rijk waren er veel oorlogen
Reizen was gevaarlijk en de meeste mensen leefden in dorpjes.
De veilige wegen waren weg gevallen
Grote steden, zoals Rome, waren er niet (meer)
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
481, koning Clovis
Slide 8 - Tekstslide
Het Frankische Rijk
751-870
Het Frankische volk kreeg de macht over een groot deel van Europa.
De bekendste Frankische koning was Karel de Grote.
In het jaar 800 werd hij zelfs keizer van het Heilige Roomse Rijk
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
800
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Drie standen
De eerste stand:
De geestelijken. Zij zorgden voor alles wat met geloof te maken had.
De tweede stand:
De adel. Zij bestuurden het land, verzorgden de rechtspraak en verdedigden
het land als er oorlog was.
De derde stand:
De rest van de bevolking. Zij zorgden voor het voedsel.
In de Middeleeuwse standenmaatschappij hadden de eerste en de tweede stand alle rechten, en de derde stand vrijwel alle plichten (zoals het betalen van belasting).
Aan deze verdeling werd niet getwijfeld: God heeft het zo gewild.
Klik op de afbeelding
!
Slide 13 - Tekstslide
Aantekeningen
Slide 14 - Tekstslide
De leenman
De leenheer:
Karel de Grote
Het leen (de grond) dat de leenman 'in leen' krijgt.
De vier plichten van een leenman:
Hij moest trouw zweren aan de koning;
Hij moest zijn gebied besturen en er recht-spreken;
Hij moest jaarlijks belasting aan de koning betalen;
Als er oorlog was in het Rijk, moest hij met zijn eigen soldaten meevechten in het leger van de koning.
De leenman zweert trouw aan zijn leenheer, Karel de Grote.
Slide 15 - Tekstslide
Het leenstelsel / feodalisme
Karel de Grote kon zijn land niet alleen besturen.
Daarom kreeg hij hulp van vazallen: mannen die met hem meevochten
Zijn trouwste vazallen kregen als beloning ieder een gebied in leen.
Zij mochten dit namens hem besturen: zij werden zijn leenmannen.
Het leenstelsel heet ook wel: feodalisme
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Leenstelsel
Ook: feodale stelsel
Middeleeuwse vorm van bestuur, waarbij de koning grond uitleent aan de adel die hem in ruil helpt met het bestuur
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
Aantekeningen
Slide 20 - Tekstslide
De hulp van God
Het leven van de mensen in de vroege Middeleeuwen was zwaar.
Veel van de dingen om hen heen begrepen ze niet.
Bij ziektes, natuurrampen of hongersnoden vroegen ze God om hulp.
De mensen van de kerk, de geestelijken, hielpen hen hierbij.
Hiervoor moesten de boeren wél belasting betalen...
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Video
Willibrord was een Engelse missionaris die probeerden de Friezen tot het Christendom te bekeren. De Friezen zaten daar niet op te wachten.
Bonifatius was ook een Engelse missionaris die probeerde de Friezen te bekeren. Dit lukte niet: in 754 werd hij door Friezen in Dokkum vermoord.
Slide 23 - Tekstslide
Paleizen...
Tussen 1309 en 1377 woonden de pausen niet in Rome, maar in de Franse stad Avignon. Dit was in die tijd hun paleis, het Palais des Papes.
De Paus, de leider van de kerk, had in de Middeleeuwen enorm veel macht, soms zelfs meer dan een koning of keizer.
De Paus en andere hoge geestelijken, zoals bisschoppen, hadden veel grond en woonden in enorme paleizen, vol luxe.
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Video
...en kloosters
Lage geestelijken, zoals priesters, monniken en nonnen, woonden en leefden vaak veel eenvoudiger.
Monniken en nonnen waren zelf niet rijk, de kloosters soms wél: zij hadden veel grond en kregen pacht van de boeren op hun land.
Slide 29 - Tekstslide
Leven in een klooster
Zou jij kunnen leven in een klooster?
2.30: opstaan
2.30 - 3.00: studie en meditatie
3.00 - 5.00: kerkdienst /bidden
5:00 - 6:00: studie en meditatie
6:00 - 7:30: kerkdienst /bidden
7:30 - 8:00: werken
8:00 - 9:30: kerkdienst /bidden
9.30 - 12.00: werken
12.00 - 13.30: kerkdienst /bidden
13.30 - 14.00: avondeten
14:00 - 16:15: werken
16:15 - 17:30: kerkdienst /bidden
17:30 - 18:00: studie en meditatie
18:00 - 18:30: kerkdienst /bidden
19:00: slapen
In een klooster werd veel gebeden door de monniken en nonnen, maar ze werkten ook hard, bijvoorbeeld op het land.
Daarnaast verzorgden zij de zieken en hielpen mensen bij hun geloof in God.
In de kloosters werden soms ook oude boeken overgeschreven.
Dit duurde heel lang: het was dus echt 'monnikenwerk'.
Slide 30 - Tekstslide
Karolingische Renaissance
Slide 31 - Tekstslide
Wat is de beste omschrijving van het begrip ‘geestelijken’? Kies het juiste antwoord.
A
mensen die in God geloven
B
mensen die iedere week naar de kerk gaan
C
mensen die in dienst zijn van de kerk
D
mensen die voor andere mensen bidden
Slide 32 - Quizvraag
Een vrouwelijke monnik wordt een non genoemd.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 33 - Quizvraag
Monniken zijn geen geestelijken.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 34 - Quizvraag
Sleep de teksten naar de juiste plek in de afbeelding
Ik ben van adel
Ik ben een geestelijke
Ik betaal pacht
Eerste stand
Tweede stand
Derde stand
Slide 35 - Sleepvraag
Op deze afbeelding uit de dertiende eeuw belooft een leenman trouw aan Karel de Grote.
Is deze uitspraak goed of fout? Karel de Grote wordt nu de leenheer van de leenman
A
Goed
B
Fout
Slide 36 - Quizvraag
Op deze afbeelding uit de dertiende eeuw belooft een leenman trouw aan Karel de Grote.
Is deze uitspraak goed of fout? De afbeelding gaat over de manier waarop Karel de Grote zijn land bestuurde
A
Goed
B
Fout
Slide 37 - Quizvraag
Op deze afbeelding uit de dertiende eeuw belooft een leenman trouw aan Karel de Grote.
Is deze uitspraak goed of fout? De man helemaal links op de afbeelding is Karel de Grote.