NE 2K - Ws1 + KL5 (les 4)

Welkom
Nederlands
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Lezen

Slide 2 - Tekstslide

Nederlands
Start
Lesdoel
  • Je werkt aan woordenschat.
  • Je werkt aan kijk- en luistervaardigheid.

Toetsen
  • Volgende toets: Kijken en luisteren.

Lid geworden van de bibliotheek?
  • Account aanmaken met pasnummer en app onlineBibliotheek downloaden.
De Quiz
  • Schema invullen.

Huiswerk
  • KL3 nakijken.

Slide 3 - Tekstslide

Welk woord past het beste bij deze afbeelding?
A
flora en fauna
B
overblijfselen
C
steengoed
D
periode

Slide 4 - Quizvraag

Welk woord past het beste bij deze afbeelding?
A
prioriteit
B
gelegenheid
C
mogelijkheid
D
advies

Slide 5 - Quizvraag

Welk woord past het beste bij dit symbool?
A
gedraaid
B
gevolgd
C
gekoppeld
D
gemaakt

Slide 6 - Quizvraag

Welk woord past het beste bij deze afbeelding?
A
skyline
B
uitzicht
C
afbeelding
D
panorama

Slide 7 - Quizvraag

Vul in:
Een ____________ meeuwen.
Een ____________ wolven.
Een ____________ vissen.
A
kolonie, roedel, school
B
zwerm, kudde, troep
C
zwerm, roedel, school
D
kolonie, troep, school

Slide 8 - Quizvraag

Nederlands
H1 Woordenschat: Woordraadstrategieën
Leerdoelen
  • Je weet hoe je woordbetekenissen kunt afleiden.
  • Je kent de woorden en uitdrukkingen uit deze paragraaf.

Opdracht
  • Lees de theorie.
  • Nakijken opdracht 3-6.
  • Hoe ga je de woorden en uitdrukkingen leren?
Woordraadstrategieën
  • Synoniem
  • Omschrijving
  • Voorbeeld
  • Tegenstelling
  • Bekend woorddeel
  • Woordenboek

Slide 9 - Tekstslide

Nederlands
H5 Kijken en luisteren: Betrouwbaarheid
Leerdoel
  • Je kunt de betrouwbaarheid van een fragment beoordelen. 

Opdracht
  • Lees de theorie.
  • Bespreken online opdrachten.



Betrouwbaarheid
(1) Waar komt de informatie vandaan?

(2) Wie vertelt het? 
  • Deskundigen > vaak feiten.
  • Anderen > vaak meningen.

(3) Waarom wordt het verteld?
Voorbeelden
  • Reclamemaker > doel = verkopen.
  • Journalist > doel = feiten vertellen.

Slide 10 - Tekstslide

Nederlands
Afsluiting
Controle lesdoelen 
  • Welke nieuwe woordbetekenissen heb je geleerd?
  • Waarop ga je beter letten tijdens het kijken en luisteren?

Slide 11 - Tekstslide