les verbes eindtoets klas 3

wij maken
A
on fais
B
nous faitons
C
vous faites
D
nous faisons
1 / 28
volgende
Slide 1: Quizvraag
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

wij maken
A
on fais
B
nous faitons
C
vous faites
D
nous faisons

Slide 1 - Quizvraag

kunnen / mogen
A
vouloir
B
pouvoir
C
faire
D
avoir

Slide 2 - Quizvraag

noteer het hele rijtje van AVOIR,
typ achter elkaar door

Slide 3 - Open vraag

faire
A
doen
B
maken
C
hebben
D
zijn

Slide 4 - Quizvraag

wij gaan naar Assen =

Slide 5 - Open vraag

willen , welke vorm is juist?
A
je veut
B
je peux
C
vous voules
D
nous voulons

Slide 6 - Quizvraag

venir , welk vorm is juist?
A
je vient
B
tu vient
C
il vient
D
elle a venue

Slide 7 - Quizvraag

jullie hebben
A
nous avons
B
vous êtes
C
vous faites
D
vous avez

Slide 8 - Quizvraag

Elle ..... 12 ans
A
a
B
est
C
as
D
es

Slide 9 - Quizvraag

vertaal: zij willen een ijsje

Slide 10 - Open vraag

welke is onjuist ?
A
je suis
B
elle va
C
vous faitez
D
ils ont

Slide 11 - Quizvraag

vertaal: il ne vient pas à midi

Slide 12 - Open vraag

welke is niet juist ?
A
tu est
B
tu as
C
vous faites
D
nous allons

Slide 13 - Quizvraag

noteer het hele rijtje van Etre
typ achter elkaar

Slide 14 - Open vraag

tu .... faire les devoirs
A
veux
B
peux
C
as
D
es

Slide 15 - Quizvraag

vertaal: ik ben in Assen

Slide 16 - Open vraag

werkwoorden op
-er . Welke uitgangen
gebruik je ?

Slide 17 - Woordweb

zij wonen
A
elles habitent
B
elle habite
C
ils habitont
D
j'habite

Slide 18 - Quizvraag

maak het rijtje van Aimer,
typ achter elkaar

Slide 19 - Open vraag

attendre = wachten ,
welke is juist

A
elle attends
B
elle attend
C
j'attend
D
tu attend

Slide 20 - Quizvraag

Schrijf hier de uitgangen van de regelmatige werkwoorden op - re

Slide 21 - Open vraag

finir = stoppen ,
welke is juist?
A
nous finissons
B
vous finez
C
je finit
D
tu finisses

Slide 22 - Quizvraag

elle ..... lire un livre
A
finis
B
finit
C
a finie
D
choisis

Slide 23 - Quizvraag

noteer hier de uitgangen die bij regelmatige werkwoorden horen op -ir

Slide 24 - Open vraag

nous ...... un frère
A
sommes
B
avons
C
faisons
D
allons

Slide 25 - Quizvraag

vouloir =
pouvoir =
noteer in het Nederlands

Slide 26 - Open vraag

vous ..... le quiz
A
pouvez
B
finissez
C
avez
D
allez

Slide 27 - Quizvraag

Maak  in je schrift een lijstje van de onregelmatige werkwoorden en noteer in volgorde van kennen. 
bijvoorbeeld   eerst  etre want die ken je uit je hoofd daarna aller  , enz. 

Je start nu met verbuga.eu en gaat de werkwoorden aan klikken die je niet ( goed) kent en oefen de présent en passé composé

Slide 28 - Tekstslide