Taal Thema 4 week 2 les 9

Wat betekent
dit kaartje?
1 / 17
volgende
Slide 1: Open vraag
TaalBasisschoolGroep 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wat betekent
dit kaartje?

Slide 1 - Open vraag

Pictogrammen
Lesdoel: Ik weet wat pictogrammen zijn.

Een pictogram is een plaatje dat iets vertelt. 
Een pictogram moet heel duidelijk zijn.

Slide 2 - Tekstslide

Wat betekenen
deze pictogrammen?

Slide 3 - Open vraag

Wat betekent
het pictogram?
A
Verboden te klimmen
B
Verboden te praten
C
Verboden te rennen
D
Verboden te slapen

Slide 4 - Quizvraag

Wat betekent
het pictogram?
A
Zoek een vriend
B
Werken in tweetallen
C
Alleen voor tweelingen
D
Verboden om te knuffelen

Slide 5 - Quizvraag

Wat betekent
het pictogram?
A
Laat maar je vinger zien
B
Nog één, graag
C
Ik weet het
D
Stilte, 'ssst!'

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Wat betekent
het pictogram?
A
Dit is het treinstation.
B
Dit is het busstation.
C
Parkeerplaats voor treinen.
D
Je mag hier met een trein rijden.

Slide 8 - Quizvraag

Wat betekent
het pictogram?
A
Lunchpauze.
B
Hier kun je eten.
C
Ik heb honger.
D
Dit is een restaurant.

Slide 9 - Quizvraag

Wat betekent
het pictogram?
A
Katten zijn hier verboden.
B
Honden aan de lijn!
C
Hier mag je je hond uitlaten.
D
Toestaan alleen voor de mensen met honden.

Slide 10 - Quizvraag

Wat betekent
het pictogram?
A
Het huis van een man en een vrouw.
B
Douche voor mannen en vrouwen.
C
Hier mag je samen lopen.
D
WC voor mannen en vrouwen.

Slide 11 - Quizvraag

Welke uitleg
past het best
bij het pictogram?
A
Hallo!
B
Stop!
C
Leuk!
D
High five!

Slide 12 - Quizvraag

Welke uitleg
past het best
bij het pictogram?
A
tuin
B
straat
C
school
D
speeltuin

Slide 13 - Quizvraag

Welke uitleg
past het best
bij het pictogram?
A
knippen
B
kapper
C
scheuren
D
knutselen

Slide 14 - Quizvraag

Welke uitleg
past het best
bij het pictogram?
A
telefoon
B
Niet bellen!
C
Niet praten!
D
Geen internet.

Slide 15 - Quizvraag

Welke uitleg
past het best
bij het pictogram?
A
drinkwater
B
limonade
C
ijs
D
snoepjes

Slide 16 - Quizvraag

Maak zelf een pictogram
Teken in je schrijft een pictogram. 
Probeer een duidelijke plaatje te maken. 
Schrijf ook wat je pictogram betekent.

Slide 17 - Tekstslide