• Afstemmen op doelgroep/niveau
• Hoe concreter ( duidelijker) hoe beter
• Kort ( niet teveel aanwijzingen)
• Gebruik voorbeelden
• Spreek Algemeen Beschaafd Nederland ABN (geen dialect)
• Articuleer duidelijk (verstaanbaar)
• Correct taalgebruik (niet grof)
• Goede positie (akoestiek)
• Geen stopwoorden
• Geen vakjargon om indruk te maken.
• Controleer boodschap. Vragen of ze het begrepen hebben