Economisch beleid H3 De onderdelen van het IS_MB-GA model

H3 De onderdelen van het 
IS_MB-GA model
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H3 De onderdelen van het 
IS_MB-GA model

Slide 1 - Tekstslide

Out-put gap (Y-Y*) 3 situaties
  • Y=Y* > lange termijnevenwicht > werkeloosheid natuurlijk niveau= structurele werkloosheid > arbeids- en goederenmarkt geen invloed op inflatie > geen monetair beleid van CB.
  • Y<Y* > laagconjunctuur of onderbesteding > werkloosheid boven natuurlijke is conjuncturele werkloosheid
  • Y>Y* > hoogconjunctuur of overbesteding > werkloosheid kleiner dan de natuurlijke werkloosheid

Slide 2 - Tekstslide

3.10 a Bereken de output gap en bepaal hoog of laagconjunctuur

Slide 3 - Tekstslide

3.10 a Output gap?
Y=400 miljard (zie figuur 3.6)
Output gap = Y-Y*= 400-450= -50 miljard
laagconjunctuur of onderbesteding > werkloosheid boven natuurlijke is conjuncturele werkloosheid

Slide 4 - Tekstslide

3.10 b omvang natuurlijke werkloosheid
Natuurlijke werkloosheid= 10,2 miljoen - (450 miljard : 50.000)= 10,2 - 9= 1,2 miljoen

 natuurlijke werkloosheid = arbeidsaanbod - werkgelegenheid bij Y*

Slide 5 - Tekstslide

3.10 c omvang conjuncturele werkloosheid
Conjuncturele werkloosheid= 9 miljoen - (400 miljard : 50.000)= 9 - 8= 1 miljoen

Zie overzicht grafisch conjunctureel en natuurlijke (= structurele) werkloosheid volgende dia

Conjuncturele werkloosheid =  werkgelegenheid bij Y* - werkgelegenheid bij Y
Y1
Y*

Slide 6 - Tekstslide

10,2
1,2 miljoen personen
9 miljoen personen
8
450
400
400
50
1 miljoen personen
Y=
Y*=
Natuurlijke (= Structurele) werkloosheid = arbeidsaanbod (=beroepsbevolking) - werkgelegenheid bij Y*
Conjuncturele werkloosheid =  werkgelegenheid bij Y* - werkgelegenheid bij Y

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

MB-curve
  • MB= Monetaire beleidsregel van CB
  • CB gebruikt nominale rente bij monetair beleid (enkelvoudig mandaat)
  • Grafiek IS echter weergave verband reële rente en inkomen
  • Horizontale lijn 
  • Duaal mandaat FED > reële rente CB bepaald door de inflatie en outputgap

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Begrotingsbeleid
  • IS schuift naar links bij afremmend begrotingsbeleid
  • IS schuift naar rechts bij stimulerend begrotingsbeleid

Slide 14 - Tekstslide

Belastingverlaging

Slide 15 - Tekstslide

Monetair beleid
  • MB-lijn schuift naar boven bij renteverhoging (bij een te hoge inflatieverwachting)
  • MB-lijn schuift naar beneden bij renteverlaging.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

GA-curve (1)
  • Aanbodzijde model (=producenten)
  • Geaggregeerd (=verzameld) Aanbod in relatie tot inflatie 
  • Relatie veroorzaakt door prijsrigiditeit
  • Tijdscomponent => korte termijn en lange termijn

Slide 19 - Tekstslide

GA-curve (2)
  • Producenten baseren aanbod op  verwachtingen  van verkoopprijzen, loonkosten en inkoopprijzen (vooruitplannen)
  • Naïeve (adaptieve) inflatieverwachting=> huidige inflatie bepaalt de verwachte toekomstige inflatie: πe = π

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide