1. Inventariseer alle potentiële gevaren, wijs de reële gevaren aan;
2. Ga na welke maatregelen er nodig zijn om het gevaar te beheersen en stel de kritische beheerspunten (CCP's) vast;
3. Geef per CCP de kritische grenzen aan;
4. Stel vast hoe de CCP's bewaard worden;
5. Leg de correctieve acties vast per CCP;
6. Pas verificatie toe;
7. Houd documentatie en registraties bij.