ben je altijd op tijd in de les.
heb je alle schoolspullen voor elkaar.
hangen alle jassen aan de kapstok.
draag je geen pet tijdens de les.
wordt er niet gerookt.
eten en drinken we in de kantine of op het plein.
zit je telefoon in de telefoontas.
blijf je op je plaats zitten tot de bel gaat.
blijven leerlingen van klas 1 en 2 op het plein.
gebruiken we net taalgebruik.
gebruiken we de computerwerkplek alleen tijdens de lessen.