Leren voor de toets politiek H789 GT

Leren voor de toets politiek H789 GT
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

In deze les zitten 51 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Leren voor de toets politiek H789 GT

Slide 1 - Tekstslide

7.1 Het besluitvormingsproces

Slide 2 - Tekstslide

Het besluitvormingsproces
Hoe komen de wetten en regels in Nederland tot stand?

Dit noem je het besluitvormingsproces.

Leerdoel:
De kandidaat kan de fasen in het proces van politieke besluitvorming noemen, herkennen, beschrijven en toepassen.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

1. Agendavorming.
Het uiten van wensen die leven in de maatschappij, met als doel die op de politieke
agenda te krijgen.
Burgers, organisaties, pressie- en belangengroepen proberen hun wensen en verlangens
op de politieke agenda te krijgen. Het succes van hun pogingen hangt onder meer af van
het kunnen mobiliseren van de publieke opinie.





Fase 1 is afgerond als de wensen en verlangens op de politieke agenda staan.

Slide 5 - Tekstslide

2. Beleidsvoorbereiding: oplossingen bedenken.
  • De fase van beleidsvoorbereiding
  • Er worden wetsvoorstellen bedacht (ministers, wethouders,ambtenaren)  
  • Ambtenaren hebben veel macht

Pressiegroepen proberen invloed uit te oefenen. 
Dagelijks bestuur en volksvertegenwoordigers bepalen hun standpunten
over het (mogelijk nieuwe) beleid.
Fase 2 is afgerond vlak voordat de besluitvorming plaatsvindt.

Slide 6 - Tekstslide

3. Besluitvorming
Het beslissen over de problemen.
Eerst neemt het dagelijks bestuur een voorlopige beslissing.
Vervolgens besluit de volksvertegenwoordiging over het (wel of niet) aannemen van de nieuwe wet.





Fase 3 is afgerond als de volksvertegenwoordiging de uiteindelijke beslissing heeft
genomen.

Slide 7 - Tekstslide

4. Uitvoeren van het besluit
ambtenaren moeten zorgen dat de nieuwe wet wordt uitgevoerd (onder verantwoordelijkheid van de minister/gedeputeerde/wethouder.
Tijdens de uitvoer kan blijken dat de nieuwe wet moeilijk (of niet) uitvoerbaar is.



Fase 4 is afgerond als het besluit is uitgevoerd.

Slide 8 - Tekstslide

Terugkoppeling
Is het probleem opgelost?
Zijn er nieuwe problemen ontstaan?
Is iedereen blij met hoe het probleem is opgelost?
Beleidsvorming is een doorgaand proces waarin een aangenomen wet geen definitief einde is. 
Vaak moet er weer wat worden aangepast. Dit wordt ‘terugkoppeling’ genoemd. 
De politieke besluitvorming kan dan weer opnieuw beginnen..(fase 1)

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

7.2 Invloed van pressiegroepen en de media

Politiek

Slide 11 - Tekstslide

Leerdoelen
- Ik kan de 2 kenmerken van een pressiegroep noemen en voorbeelden noemen van pressiegroepen.
- Ik kan uitleggen hoe pressiegroepen invloed kunnen uitoefenen.
- Ik kan de machtsmiddelen die pressiegroepen hebben herkennen en opnoemen.

Slide 12 - Tekstslide

Pressiegroep 
Groepen die bepaalde belangen nastreven en/of die opkomen voor de belangen van een bepaalde groep

Pressiegroepen proberen druk uit te oefenen op de politiek om die belangen voor elkaar te krijgen.

Slide 13 - Tekstslide

Wat kunnen ze doen? (pressiegroepen)
Pressiegroepen proberen invloed uit te oefenen op de politieke besluitvorming door:
 Te Lobbyen
 Een verzoek  in te dienen om een referendum te houden in de gemeente
 Te overleggen in adviesorganen

Slide 14 - Tekstslide

Wat kunnen ze doen? (pressiegroepen en jij zelf)
 Allerlei vormen van openlijke actie
 Oprichten van politieke partijen
 Inschakelen van politieke partijen en/of contact opnemen met politici
 Indienen van klacht of bezwaarschrift bij de volksvertegenwoordiging of het dagelijks
bestuur
 De openbaarheid zoeken door het inschakelen van media
 Bij onenigheid met de overheid de rechter inschakelen
Petitie indienen
Burgerinitiatief indienen
 Klachten over het gedrag van bestuursorganen, van ambtenaren van de rijksoverheid
en van de politie deponeren bij de Nationale ombudsman
 Gebruik maken van officiële inspraakmogelijkheden tijdens het besluitvormingsproces
 Verzoek indienen om een referendum te houden in de gemeente

Slide 15 - Tekstslide

Hoe heb je meer macht? 
  • Kennis
  • Grootte van de groep
  • Geld
  • Formele / wettelijke mogelijkheden
  • Toegang tot media en politici
  • Aansprekende leider
  • Zitting hebben in een bestuur of adviesorgaan



Slide 16 - Tekstslide

Media
Wie de publieke opinie wil mobiliseren kan het beste gebruik maken van de massamedia, zoals radio, tv en internet. 
De media spelen op allerlei manieren een rol in de politieke besluitvorming.
Er zijn 3 functies van de media belangrijk voor het functioneren van de democratie:

Agendafunctie
Informatieve functie
Controle- of waakhondfunctie

Slide 17 - Tekstslide

Vrije media is heel belangrijk voor een democratie. 
De media heeft een aantal functies:
 Informatiefunctie: via media worden burgers geïnformeerd over overheidsbeleid over zaken die zich afspelen in de politiek en de maatschappij. Dat is belangrijk, omdat burgers op basis daarvan hun mening kunnen vormen.
 Controle- of waakhondfunctie: media zelf stellen misstanden aan de kaak en controleren politici door te checken wat ze doen.  Ze worden daarom ook wel de waakhond van de democratie genoemd.
 Agendafunctie: Iedereen kan via de media proberen dingen politieke agenda te zetten door het zo onder de aandacht te brengen.

Slide 18 - Tekstslide

BKGT: de provincie

Slide 19 - Tekstslide

Bestuursniveaus
Nederland wordt op 3 niveaus bestuurd:

Het bestuur van het land
Het bestuur van de provincie
Het bestuur van de gemeente

Slide 20 - Tekstslide

H8: De provincie
Waar beslist de provincie over? (4 min)


Slide 21 - Tekstslide

Bestuur van de proincie:
De gekozen volksvertegenwoordiging: Provinciale Staten
Dagelijks bestuur: Het college van gedeputeerde Staten
Voorzitter: Commissaris van de Koning


De gedeputeerden worden na de verkiezingen benoemd door
de leden van de Provinciale Staten

Slide 22 - Tekstslide

gedeputeerde staten

Slide 23 - Tekstslide

commissaris van de koning

Slide 24 - Tekstslide

8.2 De gemeente Politiek
- Wat zijn de taken van de gemeente?
- Hoe werkt het gemeentebestuur?

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Gemeente Leeuwarden
Gemeenteraad
Vergelijkbaar met de Tweede Kamer.

Burgermeester & wethouders (B&W)
Vergelijkbaar met de regering.

Slide 27 - Tekstslide

8.2 De gemeente
Taken van het gemeentebestuur:
  • Uitvoeren van landelijke wetten en maatregelen.
  • Het regelen van de lokale belastingen.
  • Basisregistratie Personen bijhouden.
  • Woningbouw.
  • Onderhoud en aanleg van wegen, fietsroutes, wandelpaden etc.

Slide 28 - Tekstslide

8.2 De gemeente
Taken van het gemeentebestuur:
  • Bekostigen van welzijns- en sportvoorzieningen.
  • Zorgen voor de openbare orde en veiligheid
  • Verordeningen en regels bepalen.
  • Bestemmingsplannen maken.
  • Verschaffen van paspoorten, bouwvergunningen, huwelijksakten,etc.

Slide 29 - Tekstslide

8.2 De gemeente
  • Het gemeentebestuur moet ervoor zorgen dat het openbare leven in een gemeente goed verloopt.

Het bestuur van jouw gemeente bestaat uit:
  • de gemeenteraad.
  • het college van burgemeester en wethouders                              (college van B en W)

Slide 30 - Tekstslide

Leerdoelen
- Waarom is de Europese Unie opgericht?
- Wat zijn de doelstellingen van de EU?
- Aan welke voorwaarden moeten landen voldoen om toe te mogen treden?

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Waarom?
Samenwerking met andere landen is nodig:
- Vluchtelingenstromen
- Klimaatveranderingen
- terrorisme
- oorlog voorkomen

Slide 33 - Tekstslide

Nederland en Europa
De geschiedenis van Europa:

- Waarom en wanneer is de EU opgericht?
- Wat zijn de doelstellingen van de EU?

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

De EU
Na WO2 zijn de landen gaan samenwerken om:
- Europa veiliger te gaan maken
(nooit meer oorlog)
- En welvarender te maken door economische samenwerking.
(rijker)

Dit is grotendeels gelukt!

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

De EU
Nu 27 landen

Oorspronkelijke doel:
Europa veiliger en welvarender maken door economische samenwerking.

Nu 4 doelstellingen (volgende dia's uitgebreid)
- Zorgen voor vrede en veiligheid
- economische samenwerking
- Welzijn
-Het garanderen van Europese waarden

Slide 38 - Tekstslide

Vrede en veiligheid


Zorgen dat het vrede blijft in Europa

Slide 39 - Tekstslide

economische samenwerking
- vrij verkeer van goederen, diensten, kapitaal en personen
- Garanties voor eerlijke concurentie
- gemeenschappelijk landbouwbeleid; zodat er genoeg voedsel wordt verbouwd.

Slide 40 - Tekstslide

Welzijn
De EU wil zorgen dat het goed gaat met zijn burgers, dus willen zorgen voor levenskwaliteit:

- Milieu belangrijk.
- Bestrijden van sociale uitsluiting en discriminatie.
- gelijke rechten voor mannen en vrouwen.
- Bescherming van de rechten van het kind.

Slide 41 - Tekstslide

Europese waarden
Vrijheid
Gelijkheid 
Veiligheid


Slide 42 - Tekstslide

Voorwaarden toetreding:
Een land wat lid wil worden moet:
- In Europa liggen
- Een rechtsstaat zijn.
- De mensenrechten garanderen.
- Een goed draaiende markteconomie hebben.

Alle bestaande lidstaten moeten instemmen met lidmaatschap.

Slide 43 - Tekstslide

9.2

- Op welke beleidsterreinen werken de EU-landen samen?
- Welke Kritiek is er op de EU? Welke problemen zijn er?


Slide 44 - Tekstslide

De EU maakt afspraken over:
Onderwerpen die moeilijk per land kunnen worden opgelost:

  • Buitenlands beleid; bijvoorbeeld: migratie (wie?/opvang/integratie)

  • Milieuwetgeving; bijvoorbeeld: verontreiniging van water, bodem en lucht voorkomen/ dieren beschermen/ wind- en zonne-energie bevorderen/emissie-eisen.

  • Justitie; bijvoorbeeld: misdaad- en terreurbestrijding.

  • Economische samenwerking; bijvoorbeeld: de Euro/ spelregels voor een goed functionerende markteconomie.

Slide 45 - Tekstslide

GL
- Bescherming van de rechten van consumenten op Europees niveau; bijvoorbeeld:
garantietermijnen en rechten bij aankoop van producten.

- Garanderen van de voedselveiligheid; bijvoorbeeld: het E-nummer systeem voor
ingrediënten.

- Stimuleren van Europees burgerschap; bijvoorbeeld: recht op aan EU-burgerschap
verbonden rechten, zoals reizen, wonen, werken en studeren binnen de lidstaten van
EU

Slide 46 - Tekstslide

Kritiek op Europese samenwerking
  • Bepaalde groepen en mensen vinden dat de EU te veel de zelfstandigheid van de afzonderlijke lidstaten beperkt.

  • Burgers vinden politieke besluitvorming op Europees niveau onvoldoende transparant; het is in ingewikkeld en er gaan teveel mensen over.

  • Lidstaten met veel inwoners in de EU hebben veel meer macht en invloed dan landen met weinig inwoners. Nederland heeft steeds minder macht.

Slide 47 - Tekstslide

9.3 Het bestuur van de EU

Hoe wordt Europa bestuurd?

Slide 48 - Tekstslide

bb/kb/gl
- Eens in de vijf jaar stemmen de  burgers van de verschillende EU-landen op het Europees parlement.






De Europese Commissie: doet wetsvoorstellen, heeft de uitvoerende taak en controleert of de lidstaten de Europese wetgeving juist toepassen.

Slide 49 - Tekstslide

gl
In de Europese Raad: zitten de regeringsleiders van alle EU-lidstaten.
Zij bepalen de grote lijnen; welke kant het op moet met de EU.




 de Raad van de Europese Unie/ministers ( 27 ministers van 1 gebied) stemmen (samen met het EU parlement) over wetten.

Onder Europese wetgeving kunnen er besluiten en richtlijnen aangenomen worden:

Slide 50 - Tekstslide

Europese Wetten GL
Besluiten 
Richtlijnen
Een Europees besluit moet letterlijk worden overgenomen door een lidstaat
Europese richtlijnen zijn gericht op een doel. Lidstaten mogen zelf bepalen hoe ze dat doel halen

Slide 51 - Tekstslide