P4 Les 3 Infographics, tabellen & statistiek

P4 les 2 Infographics, tabellen & statistiek
  1. Je kunt informatie weergeven in een complexe tabel.
  2. Je kunt informatie weergeven in een complex lijn-, staaf- of cirkeldiagram.
  3. Je kunt informatie weergeven in een infographic.
  4. Je kunt tabellen, diagrammen, infographics en gebruik, interpretatie en analyse ervan kritisch beoordelen en je kunt conclusies trekken.
  5. Je kunt van tabellen, diagrammen en infographics beoordelen of informatie goed en duidelijk wordt weergegeven.
  6. Je kunt tabellen, diagrammen en infographics gebruiken, interpretatie en analyse (met eenvoudige berekeningen) kritisch beoordelen.

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
HandelMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

P4 les 2 Infographics, tabellen & statistiek
  1. Je kunt informatie weergeven in een complexe tabel.
  2. Je kunt informatie weergeven in een complex lijn-, staaf- of cirkeldiagram.
  3. Je kunt informatie weergeven in een infographic.
  4. Je kunt tabellen, diagrammen, infographics en gebruik, interpretatie en analyse ervan kritisch beoordelen en je kunt conclusies trekken.
  5. Je kunt van tabellen, diagrammen en infographics beoordelen of informatie goed en duidelijk wordt weergegeven.
  6. Je kunt tabellen, diagrammen en infographics gebruiken, interpretatie en analyse (met eenvoudige berekeningen) kritisch beoordelen.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Met welke berekening berekent deze site
het bedrag € 35,92 in de kolom gem.
(=gemiddelde) kosten?
A
(telefoonprijs + aansluitkosten + totaal abonnement + totaal telefoon) : 24
B
(totaal abonnement + totaal telefoon) : 12

Slide 2 - Quizvraag

Doe:
(telefoonprijs + aansluitkosten + totaal abonnement + totaal telefoon) : 24 = (20,00 + 26,00 + 240,00 + 576,00) : 24 = 862,00 : 24 = € 35,92.
(totaal abonnement + totaal telefoon) : 12 = (240,00 + 576,00) : 12 = 816,00 : 12 = € 68,00.
Bij zowel LinkedIn als Facebook zijn er 9,1 miljoen gebruikers
die een advertentie te zien kunnen krijgen.
Bij LinkedIn zijn daarvan 3,9 miljoen vrouwen, de rest is geregistreerd als man.
Bij Facebook zijn daarvan 4,8 miljoen vrouwen, de rest is geregistreerd als man.

Hoeveel % is man op LinkedIn?
Rond af in hele procenten en laat je berekening zien.
timer
4:00

Slide 3 - Open vraag

Bij LinkedIn zijn er in totaal 9,1 miljoen gebruikers: 3,9 miljoen vrouwen en 5,2 miljoen mannen. Het aandeel vrouwen is 3,9 : 0,091 = 42,9 % =  43%. Dus 57% is man.

Bij zowel LinkedIn als Facebook zijn er 9,1 miljoen gebruikers
die een advertentie te zien kunnen krijgen.
Bij LinkedIn zijn daarvan 3,9 miljoen vrouwen, de rest is geregistreerd als man.
Bij Facebook zijn daarvan 4,8 miljoen vrouwen, de rest is geregistreerd als man.

Is het mogelijk om de informatie in 1 cirkeldiagram weer te geven?
Waarom wel of niet?
timer
2:00

Slide 4 - Open vraag

Het is in principe mogelijk, maar het doel van een cirkeldiagram is om de informatie eenvoudig weer te geven. Dit cirkeldiagram is juist heel ingewikkeld. De percentages van de mannen en vrouwen verschillen niet heel erg, waardoor het lastig is om de verschillende 'taartpunten' met elkaar te vergelijken.
Ook maakt het het lastig dat het totaal aantal gebruikers van Facebook en LinkedIn wordt getoond, net als de onderverdeling in mannen en vrouwen.
Schrijf op wat veranderd moet om een beter staafdiagram te maken.
timer
3:00

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Y-as op 0 laten beginnen, x 1000 en de grootheid bij de as zetten om de getallen zonder de 3 nullen te kunnen opschrijven, geen poppetjes maar staven.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe hoog is het besteedbaar inkomen in 2024
naar verwachting, rekening houdend met de inflatie?

Lees de grafieken af en reken uit.
Laat jouw berekening zien en rond af op hele euro's
timer
5:00

Slide 7 - Open vraag

Wat: Lees de grafieken af en reken uit.

Hoe: Vermenigvuldig het vermogen met 
het inflatie percentage.

Doe:
aflezen bovenste grafiek in 2024: ongeveer 33.500 euro.
aflezen onderste grafiek in 2024: ongeveer 106 %.
106% x 33.500 = 35.510 euro.
Wat vond je van de warming up?
😒🙁😐🙂😃

Slide 8 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

5.1 Infographics en tabellen lezen
5.2 Rekenen met infographics en tabellen
5.3 Infographics en tabellen maken
5.4 Infographics en tabellen kritisch beoordelen
 

 Volgende week Statistiek 
 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

P4 les 2 Infographics, tabellen & statistiek
  1. Je kunt informatie weergeven in een complexe tabel.
  2. Je kunt informatie weergeven in een complex lijn-, staaf- of cirkeldiagram.
  3. Je kunt informatie weergeven in een infographic.
  4. Je kunt tabellen, diagrammen, infographics en gebruik, interpretatie en analyse ervan kritisch beoordelen en je kunt conclusies trekken.
  5. Je kunt van tabellen, diagrammen en infographics beoordelen of informatie goed en duidelijk wordt weergegeven.
  6. Je kunt tabellen, diagrammen en infographics gebruiken, interpretatie en analyse (met eenvoudige berekeningen) kritisch beoordelen.
  7. Je begrijpt wat de term 'gemiddelde' betekent en je kunt het gemiddelde van een reeks getallen berekenen.
  8. Je begrijpt en kunt omgaan met andere termen die iets over een reeks getallen zeggen: maximum- en minimumwaarde en het verschil tussen deze waarden (spreidingsbreedte), de waarde die het meeste voorkomt (modus), middelste waarde (mediaan).

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat vond je van de warming up?
😒🙁😐🙂😃

Slide 11 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

5.1 Infographics en tabellen lezen
5.2 Rekenen met infographics en tabellen
5.3 Infographics en tabellen maken
5.4 Infographics en tabellen kritisch beoordelen
 5.5 Statistiek
 

 Volgende week Toets H5
 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Met welke berekening berekent deze site het bedrag € 35,92
in de kolom gem. (=gemiddelde) kosten?
timer
2:00

Slide 13 - Open vraag

De stappen op de x-as moeten steeds even groot zijn. Dat is nu niet het geval, tussen 2013 en 2016 zit 3 jaar, daarna is het per stap 1 jaar.
Het zou in dit geval beter zijn om 2013 weg te laten. Of je kiest ervoor 2014 en 2015 wel aan te geven op de x-as en de punten van 2013 en 2016 dan te verbinden.