VWO3 H1/H3 oefening

Koning Willem I had 2 bijnamen. Kun je er één noemen?
1 / 12
volgende
Slide 1: Open vraag
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Koning Willem I had 2 bijnamen. Kun je er één noemen?

Slide 1 - Open vraag

Het koninkrijk Nederland werd een constitutionele monarchie. Wat wordt hiermee bedoeld?
A
De koning heeft alle macht.
B
Er is een grondwet, die niet voor de koning geldt.
C
De macht van de koning wordt beperkt door een grondwet.
D
Het land wordt bestuurd door een president.

Slide 2 - Quizvraag

Willem I wilde van Nederland een gecentraliseerde eenheidsstaat maken. Wat houdt dit in?
A
Veel macht voor de provincies, weinig voor het centrale bestuur.
B
Sterk centraal bestuur en weinig macht voor de provincies.
C
Elke provincie mocht eigen wetten maken.
D
Zoveel mogelijk gelijkheid tussen de burgers.

Slide 3 - Quizvraag

Waarom wilde België niet meer bij Nederland horen?

Slide 4 - Open vraag

Slechte leef-en werkomstandigheden

Slide 5 - Woordweb

Deze wet moest een einde maken aan kinderarbeid in fabrieken.....

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

Keizer Wilhelm II deed ook mee aan het modern imperialisme. Wat is dit?
A
Streven naar een koloniaal wereldrijk.
B
Alleen richten op binnenlandse politiek.
C
Alle Duitssprekenden in één rijk.
D
Vrede bewaren werd als belangrijkste gezien.

Slide 8 - Quizvraag

We hebben 3 veelvolkerenstaten behandeld. Noem er een.

Slide 9 - Open vraag

Triple entente
Triple Alliantie
Frankrijk
Rusland

Engeland
Duitsland
Oostenrijk-Hongarije
Italië

Slide 10 - Sleepvraag

Wat moest het Von Schlieffenplan
voorkomen?
A
Armoede in Duitsland.
B
Inflatie.
C
De moord op Franz-Ferdinand.
D
Een tweefrontenoorlog.

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide