villangues 5B

Villangues 18/03
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Villangues 18/03

Slide 1 - Tekstslide

1. Ik ken woorden en zinnen die te maken hebben met het onderwerp bij de bakker

2. Ik kan iets bestellen bij de bakker

Slide 2 - Tekstslide

Wat betekent 'je voudrais'
A
ik zou graag willen
B
ik wil
C
hij zou graag willen

Slide 3 - Quizvraag

Bestel een cola en een pannenkoek. Gebruik een beleefdheidsvorm.

Slide 4 - Open vraag

Hoe zeg je 'hoeveel kost het' in het Frans?
A
Avec ceci?
B
Ça coute trois euros.
C
Ça coute combien?
D
Autre chose?

Slide 5 - Quizvraag

0

Slide 6 - Video

Wat betekent 'les viennoiseries'?
A
de supermarkten
B
de maaltijden
C
de gebakjes
D
de luxe broodjes

Slide 7 - Quizvraag

Hoe begroeten de vrouwen elkaar?
(antwoord in het Frans)
timer
0:20

Slide 8 - Open vraag


Wat is het verschil tussen 'une flûte' en 'une baguette' ?
timer
0:30

Slide 9 - Open vraag

Wat bestelt de vrouw?

"un croissant au beurre et deux chocolatines svp."


A
Een croissant en twee chocoladebroodjes.
B
Twee croissants en één chocoladebroodje.

Slide 10 - Quizvraag

Welk gebakje heeft ze gekozen?
A
tarte au citron
B
tarte au abricot
C
tarte au citron meringue
D
tarte à la vanille

Slide 11 - Quizvraag

Op welk Nederlands gebakje lijkt de millefeuille?
timer
0:20

Slide 12 - Open vraag

Wat betekent "bonne journée"?
A
tot ziens
B
tot gauw
C
dag
D
fijne dag

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Link

Geef een passende reactie in het Frans

Slide 15 - Tekstslide

kijkvragen
(maak aantekeningen!) 



  1. schrijf zoveel mogelijk begroetingen op die je hoort
  2. schrijf zoveel mogelijk manieren op van wat men zegt als men iets geeft
  3. schrijf zoveel mogelijk manieren op waarop de vrouw vraagt om haar gewenste producten?

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

begroetingen?

Slide 18 - Woordweb

Wat zegt men als men iets geeft?

Slide 19 - Open vraag

Op welke manieren vraagt de vrouw haar gewenste producten?
(meerdere antwoorden mogelijk)
A
je voudrais ...
B
un ..., et aussi un ...
C
des olives vertes, s.v.p.
D
je prends encore ...

Slide 20 - Quizvraag

Verkoper:
- Bonjour, je peux vous aider ?


- Et avec ça?

- Voilà, (herhaalt het product dat besteld is, bijv. un kilo de tomates. Als de klant vraagt: ‘Vous avez aussi ...’, reageer je met ‘bien sûr, vous voulez combien de ...?’)
- Ça sera tout?


- Ça fait 10 euros 35, s’il vous plaît
Klant
- bestel een product voor de salade (sla, tomaten, kaas, olijven of komkommer)

- De klant bestelt nog een product

- De klant bestelt nog een product (in totaal bestelt de klant: sla, tomaten, kaas, olijven, komkommer en een stokbrood).

- De klant zegt dat dit alles is en vraagt wat het kost

 - De klant betaalt, bedankt en groet
maak hiervan een Frans gesprek
timer
15:00

Slide 21 - Tekstslide

Flashcards/oefenen
Alle gespreken :
  1. Gesprek in het café
  2. Gesprek met een reiziger
  3. toerism brochure
  4. Bij de bakker

Zijn te vinden in SomToday... daar kun je flashcards mee maken!
Gaan we ook 1x in de les doen!


Slide 22 - Tekstslide

Situatie : gesprek over een folder/brochure
- Je moet vragen van een toerist beantwoorden over: bezienswaardigheden, markten, winkels , hotels, openingstijden, de weg wijzen, kosten, openbaar, vervoer...
- Je voert een gesprek over jouw land en zijn /haar land, jullie woonplaats ,jullie manier van reizen en jullie reisdoelen.
- Maak een brochure over een stad (het gaat om de inhoud en niet om de mooie opmaak)

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Situatie 2:
Vragen bij toeristeninformatie: 


1. Begroet de medewerker;
Informeer naar de belangrijkste bezienswaardigheden;
2. Kies er een uit en vraag naar de snelste manier om er te komen;
3. Vraag naar de openingstijden;

Slide 25 - Tekstslide

Situatie :
Vragen bij toeristeninformatie: 
Gesprek :
1. - Bonjour, quel est le -  monument le plus intéressant à ....?
2- Comment arriver rapidement à ....?
3-C'est ouvert à quelle heure?
4- Ça coute combien?

1. Begroet de medewerker;
Informeer naar de belangrijkste bezienswaardigheden;
2. Kies er een uit en vraag naar de snelste manier om er te komen;
3. Vraag naar de openingstijden;

Slide 26 - Tekstslide

Vragen bij gesprek  toeristeninformatie


1. Informeer naar de mogelijkheid om te kajakken of kanoën;
2. Vraag of er mogelijkheden zijn om daar met het openbaar vervoer naar toe te gaan.
3.Vraag of ze je kunnen uitleggen hoe je aan een kaartje komt en hoe laat de eerstvolgende bus gaat;
Vraag wanneer je kunt kajakken;
Bedank en neem afscheid.

Slide 27 - Tekstslide

Vragen bij gesprek  toeristeninformatie

 1. Est-ce qu'il y a des possiblités de faire du Kayak et du canoe? 
2. Est-ce qu'on peut aller à ..... en transport commun?
3- Comment je peux acheter un billet d'entrée? Et à quelle heure part le premier autobus?
- À quelle heure on peut faire du kayak?
1. Informeer naar de mogelijkheid om te kajakken of kanoën;
2. Vraag of er mogelijkheden zijn om daar met het openbaar vervoer naar toe te gaan.
3.Vraag of ze je kunnen uitleggen hoe je aan een kaartje komt en hoe laat de eerstvolgende bus gaat;
Vraag wanneer je kunt kajakken;
Bedank en neem afscheid.

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

De Taalcarrousel duurt iets meer dan drie uur, daarna zijn de leerlingen vrij om te winkelen. Gedurende de Taalcarrousel moeten de leerlingen nog wel zelf een broodje bij de bakker en een ansichtkaart met postzegel kopen.

Nog even de feiten op een rij:
· Aanwezig op school om 07.15 uur. Vertrek om 07.30 uur.
· Het hek is open (i.v.m. het plaatsen van de fietsen), de school niet.
· Vertrek uit Namen om 16.00 uur. Verwachte aankomst op school om 19.30 uur.
· Zonder ID mag je niet mee! Dus een geldig reisdocument meenemen en liefst ook een pasje van de ziektekosten verzekering.
· De docenten zijn tijdens de gehele dag mobiel bereikbaar voor de leerlingen en schoolleiding.







De Taalcarrousel duurt iets meer dan drie uur, daarna zijn de leerlingen vrij om te winkelen. Gedurende de Taalcarrousel moeten de leerlingen nog wel zelf een broodje bij de bakker kopen.

Nog even de feiten op een rij:
  • Aanwezig op school om 07.30 uur. Vertrek om 07.45 uur.
  • Vertrek uit Namen om 16.00 uur. Verwachte aankomst op school om 19.30 uur.
  • Zonder ID mag je niet mee! Dus een geldig reisdocument meenemen en liefst ook een pasje van de ziektekosten verzekering.
  • De docenten zijn tijdens de gehele dag mobiel bereikbaar voor de leerlingen en schoolleiding via teams.

Slide 30 - Tekstslide