Les 1b Jouw plek binnen de organisatie en Werk & Ethiek

Les 2 Mijn plek binnen de organisatie, Werk & Ethiek en zorg voor kwaliteit.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
PDOMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Les 2 Mijn plek binnen de organisatie, Werk & Ethiek en zorg voor kwaliteit.

Slide 1 - Tekstslide

          
Belangrijk: 

Arbeidsvoorwaarden en CAO hoef je niet te leren.


8.1  Jouw plek in de organisatie

Slide 2 - Tekstslide

Doel van deze les:

-je weet kennis van de vorige les terug te halen;
-je weet wat het begrip beroepscode inhoudt;   
-je weet wat de functie van een vertrouwenspersoon inhoudt en waarom het zo belangrijk is. 
-je weet dat de verschillende onderwijsscholen een eigen wet hebben. 

Slide 3 - Tekstslide

Welke organisatie past niet binnen het begrip 'sociale kaart'.
A
Veilig thuis
B
GGD
C
Tandarts
D
politie

Slide 4 - Quizvraag

Noem nog één instantie die hoort bij de sociale kaart van een basisschool.

Slide 5 - Woordweb

Wat verstaan we onder een beroepsprofiel?
A
Datgene wat je invult op je Tinderprofiel bij het kopje 'werk'.
B
Welke competenties je beheerst om bepaald werk te doen.
C
Al je vorige werkgevers.

Slide 6 - Quizvraag

8.1  Jouw plek in de organisatie
(uit les 1)
Enkele kenmerken beroepshouding pedagogisch medewerker:

Inlevingsvermogen: je kunnen inleven in wat een kind of ouder voelt.

Respect: je hebt respect voor de kinderen, ouders, collega's en hun achtergronden. 

Echtheid: je bent zoveel mogelijk jezelf (al kun je je niet altijd gedragen zoals thuis).

Flexibiliteit: je kunt je bij veranderingen makkelijk aanpassen. 


Vraag: kan je je een situatie voor de geest halen waarin dit van toepassing was op stage?


Slide 7 - Tekstslide

8.1  Jouw plek in de organisatie
Beroepscode:
In de beroepscode staat hoe jij je behoort te gedragen in bepaalde situaties. 

Belangrijk om te weten: medewerkers in de kinderopvang en docenten lichamelijke opvoeding/gymleraren moeten voldoen aan een landelijke beroepscode.

Voor medewerkers in het basisonderwijs geldt geen beroepscode. Wel een gedragscode. Deze wordt per school/stichting opgesteld.

Vraag: wat zou in een gedragscode van een school kunnen staan? Geen idee? Kijk eens op blz. 296
                                                                                 

Slide 8 - Tekstslide

8.2 Werk en ethiek
       
Pak voor je blz. 298   8.2 Werk en ethiek.
Wat zou jij doe in de vier situaties die daar worden geschetst?

Lees mee (een leerling krijgt de beurt om te lezen) 'Ethisch en integer handelen'.
 blz 299-300

Vraag:  hoe noem je de wetgeving die er voor zorgt dat je geen gegevens over leerlingen mag uitwisselen?

Slide 9 - Tekstslide

8.2 Werk en ethiek
Vertrouwenspersoon
Zoek eens op wie de vertrouwenspersoon is op onze locatie.  

Vraag: Wat denken jullie dat je het beroepsprofiel is van een vertrouwenspersoon? 
             Zou jij het willen/kunnen zijn?





                                                                                       Filmpje over dit werk. Duur: 2.45 min    
Vraag: waarom is dit werk zo belangrijk?
               

Slide 10 - Tekstslide

8.3 Zorg voor kwaliteit
                                   ~Kwaliteitswaarborgen in de basisschool~

Regulier- en speciale basisonderwijs--> Wet op primair onderwijs

Speciaal onderwijs (Clusterscholen) --> Wet op de expertisecentra (WEC)

Voortgezet onderwijs --> Wet op het voortgezet onderwijs

MBO &HBO --> Wet educatie en onderwijs  (WEB)

In deze wetten staat waar het onderwijs aan moet voldoen.

Vraag: wie controleert de scholen of zij zich aan de wet houden? 

Slide 11 - Tekstslide

Zoek met een maatje op waar de onderwijsinspecteur naar kijkt tijdens een inspectiebezoek.

Slide 12 - Woordweb

8.3 Zorg voor kwaliteit
Vraag: wie heeft er vorig jaar een bezoek van de onderwijsinspectie meegemaakt? Wat viel je op?

Meer wetten in het onderwijs.  Welke zouden dat zijn?
 Kijk eens op blz. 305
 


Slide 13 - Tekstslide


Huiswerk voor de komende les :                                
-maak de opdrachten van 8.2 in je werkboek. 
-lees 8.2 nogmaals over

-lees 8.3 ter voorbereiding op de volgende les. 
Dan herkent je brein tijdens de les de informatie en verwerk je het beter.



                                                                      ~Succes~


Slide 14 - Tekstslide